print

COVID-19 - Uitstel van niet-dringende zorg: Verlenging van de machtigingen voor de terugbetaling van geneesmiddelen

Door de COVID-19-crisis zijn  de ziekenhuizen genoodzaakt geweest om niet-dringende raadplegingen en zorg uit te stellen. Dat kon een belangrijke impact hebben op de verlenging van de machtigingen voor de vergoedbaarheid van bepaalde geneesmiddelen, producten of farmaceutische verstrekkingen.

Daarom hebben we bepaalde regels van de ziekteverzekering (verzekering voor geneeskundige verzorging) aangepast om te voorkomen dat de behandeling van en terugbetaling aan de patiënt onderbroken zou worden. De aanpassing heeft bovendien ook de naleving van bepaalde maatregelen van inperking door COVID-19 gemakkelijker maken.

Momenteel zijn de niet dringende zorgverleningen en consultaties hervat, zowel in de ziekenhuizen als in het ambulante milieu. Bijgevolg moeten de consultaties, de onderzoeken en de zorgverleningen, waaronder de aanvragen tot verlenging voor de vergoedbaarheid van geneesmiddelen en farmaceutische producten, in zoverre als mogelijk hun normale gang van zaken hervatten. Dit is belangrijk om de opvolging van patiënten te verzekeren, om de gevaarlijke gevolgen van een verlengd uitstel van dagelijkse verzorging te vermijden, en om indien mogelijk, de opgelopen vertraging in te halen. Onderstaande COVID-19-maatregelen blijven van toepassing voor uitzonderlijke situaties waarin de normale hervatting tijdelijk nog niet mogelijk zou zijn.

Op deze pagina:

  

Machtigingen voor vergoedbaarheid voor geneesmiddelen en farmaceutische verstrekkingenpharmaceutiques

 

Verlenging van de machtiging vragen: ook mogelijk op afstand via de toepassing CIVARS

Dankzij de CIVARS-toepassing in e-Health kunnen artsen aanvragen tot verlenging van machtigingen indienen vanop afstand (dus zonder fysieke raadpleging door een patiënt). We vragen aan de artsen om de aanvragen zo veel mogelijk op die manier in te dienen. Zo willen we voorkomen dat behandelingen of terugbetalingen onderbroken worden voor patiënten die de verlenging van hun machtiging(en) niet tijdig zouden kunnen verkrijgen omdat hun raadpleging geannuleerd of uitgesteld is.

De CIVARS-toepassing laat ook toe om een verlenging aan te vragen van maximaal 3 maanden in de toekomst (ten opzichte van de dag waarop de aanvraag in CIVARS werd ingevoerd). Hierdoor kan de arts tijdens een consultatie de aanvraag tot een verlenging van de machtiging indienen, ook al is deze nog niet verlopen.

Alvorens een verlenging van de machtiging voor de patiënt aan te vragen, raden wij de arts altijd aan om de einddatum van de geldigheid van de machtiging die hij/zij wil verlengen, te raadplegen om er zeker van te zijn dat de begindatum van de verlenging die hij/zij in CIVARS invoert, correct is. Om de einddatum te kunnen raadplegen, is het belangrijk dat de arts een therapeutische link heeft met zijn/haar patiënt in CIVARS.

Als het voor de arts niet mogelijk is om verlenging te vragen van een machtiging die zal vervallen, is er een uitzonderlijke oplossing voorzien. U vindt ze hieronder:

  • Uitgebreide geldigheid

    Voor alle machtigingen waarvan de geldigheidsduur vervalt wordt de geldigheidsduur verlengd met 2 maanden.

  •  Bijzondere gevallen

    Voor de machtigingen type ‘e’ zullen er controles zijn om na te gaan of de hoeveelheden die terugbetaald werden tijdens de periode van verlenging van de geldigheid van de machtiging evenredig zijn met de duur van de verlenging. Echter, de bepalingen van artikel 110 – 9e alinea van het K.B. van 01.02.2018 (volgens deze bepalingen, voor de machtigingen type ‘e’, is de apotheker gemachtigd de derdebetalersregeling toe te passen voor de aflevering van een voorgeschreven specialiteit, op voorwaarde dat:
    • die laatste hetzelfde werkzaam bestanddeel of dezelfde werkzame bestanddelen bevat met dezelfde International Non -Proprietary Name (INN),
    • ze in de paragraaf is ingeschreven die voorkomt op de machtiging die is afgeleverd door de adviserend-arts,
    • de hoeveelheid van het werkzaam bestanddeel of werkzame bestanddelen in de laatste verpakking die effectief is afgeleverd, maximaal 6% meer bedraagt dan de maximaal toegelaten hoeveelheid die op de betrokken  machtiging is vermeld.

Voor de machtigingen van vergoeding die voorzien in een duidelijk gedefinieerd aantal vergoedbare verpakkingen per patiënt (bijvoorbeeld § 3280000 (Infanrix Hexa) en § 3740000 (Fenrix)), leidt de verlenging van de geldigheidsduur van de machtiging niet tot een toename van het aantal vergoedbare verpakkingen.

 

Vragen?