De kennis van de door de chef niet gekende taal wordt door de kandidaat-adjunct bewezen door het feit dat hij niet behoort tot dezelfde taalrol als de chef. De bepalingen van het koninklijk besluit dd. 30 november 1966, tot regeling van de inschrijving van de ambtenaren van de hoofdbesturen en van de in België zetelende uitvoeringsdiensten op een van de taalrollen (II), zijn ten deze toepasselijk.
03/12/1966
De kennis van de andere taal wordt door de adjunct bewezen aan de hand van de bewijzen voorgeschreven bij artikel 43, § 3, derde lid, van bovenvermelde wetten.