FR NL
HOOFDSTUK III.- BIJZONDERE BEPALINGEN TER ZAKE VAN DE UITKERINGSVERZEKERING
![]() ![]() ![]() ![]() | Art. 128. | |
![]() ![]() ![]() ![]() | 27/01/2019 | § 1. Om het recht op de in titel IV bedoelde prestaties te verkrijgen moeten de in artikel 86, § 1, bedoelde gerechtigden in de volgende voorwaarden een wachttijd volbrengen: |
![]() ![]() ![]() ![]() | 01/05/2017 | 1° over een periode van twaalf maanden die de datum van het verkrijgen van het recht voorafgaat, een door de Koning vastgesteld aantal arbeidsdagen totaliseren. De dagen van inactiviteit welke kunnen gelijkgesteld worden met arbeidsdagen worden door de Koning omschreven. Hij stelt eveneens vast wat dient te worden verstaan onder «arbeidsdag»; |
![]() ![]() ![]() ![]() | 06/09/1994 | 2° onder de door de Koning bepaalde voorwaarden het bewijs leveren dat met betrekking tot diezelfde periode de bijdragen voor de sector uitkeringen werkelijk betaald werden; deze bijdragen moeten een door de Koning vastgesteld minimumbedrag bereiken of moeten, onder de door Hem bepaalde voorwaarden, met persoonlijke bijdragen worden aangevuld. |
![]() ![]() ![]() ![]() | 27/01/2019 | § 2. De Koning bepaalt onder welke voorwaarden de wachttijd wordt afgeschaft of verminderd. |
![]() ![]() ![]() ![]() | 27/01/2019 | Hij kan ook de voorwaarden wijzigen inzake het volbrengen van de wachttijd voor seizoenarbeiders, arbeiders bij tussenpozen en deeltijds tewerkgestelde werknemers. Hij bepaalt wat onder "seizoenarbeiders", "arbeiders bij tussenpozen" en "deeltijds tewerkgestelde werknemers" dient verstaan te worden. |