FR NL
![]() ![]() ![]() ![]() | Art. 3. | |
![]() ![]() ![]() ![]() | 03/12/1966 | Indien hij het wenst, behoudt zijn betrekking de in artikel 2 bedoelde ambtenaar die de taal kent van het gebied waar de dienst gevestigd is, maar niet aan de eisen van artikel 15, § 1, tweede tot vierde lid, van de gecoördineerde wetten voldoen, hetzij omdat hij van die kennis niet heeft doen blijken door zijn diploma of studiegetuigschrift, of door een examen ad hoc hetzij omdat hij de eventuele toelatings- en bevorderingsexamen niet in die taal heeft afgelegd. |
![]() ![]() ![]() ![]() | 03/12/1966 | Naderhand wordt hij naar een dienst ten aanzien waarvan hij aan de wettelijke eisen voldoet, overgeplaatst, hetzij op eigen verzoek of met zijn instemming in de graad waarvan hij titularis is, hetzij naar aanleiding van een bevordering die hij aanvaardt; tenzij hij, om ter plaatse te kunnen worden bevorderd, het eventuele bevorderingsexamen aflegt in de taal van het gebied en ervoor slaagt. |
HOOFDSTUK II - BEPALINGEN VOOR DE TAALGRENSGEMEENTEN