d'application à partir du 26/02/1997
   

FR   NL  

Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

Art. 31.


HOOFDSTUK II.- TOEPASSINGSSFEER
Art. 32.
06/09/1994 Rechthebbenden op de in titel III, hoofdstuk III van deze gecoördineerde wet omschreven geneeskundige verstrekkingen onder de voorwaarden die ze bepaalt, zijn:
26/02/1997
  -31/12/2002
de werknemers die vallen onder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, krachtens de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders met inbegrip van de werknemers die een vergoeding genieten, welke verschuldigd is ingevolge de onregelmatige verbreking van een overeenkomst, ingetreden vanaf 1 juli 1970, tijdens het tijdvak dat gedekt is door die vergoeding, of die vallen onder de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden of de werknemers ingeschreven in de Pool van de zeelieden ter koopvaardij krachtens artikel 3bis van de wet van 25 februari 1964 houdende inrichting van een Pool van de zeelieden ter koopvaardij, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de ontbinding van de Regie voor Maritiem Transport in uitvoering van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie;
06/10/1996
  -31/12/2007
de werknemers die arbeidsongeschikt zijn erkend of de werkneemsters die zich in een tijdvak van moederschapsbescherming bevinden als bedoeld in deze gecoördineerde wet;
06/09/1994 de werknemers in gecontroleerde werkloosheid;
06/09/1994 de werkneemsters die aansluitend met een tijdvak bedoeld in 1°, 2°, 3°, 5° of 6°, de arbeid onderbreken of de arbeid niet hervatten, om ten vroegste van de vijfde maand der zwangerschap af, te rusten;
06/09/1994 de werknemers die, om niet langer werkloos te zijn, huishoudelijke arbeid verrichten en die, ter toepassing van de regeling inzake werkloosheidsverzekering, de hoedanigheid van gewoonlijk in loondienst arbeidend werknemer behouden;
06/09/1994 de werknemers wier maatschappelijke toestand behartigenswaardig is, die niet meer onder de Belgische wetgeving betreffende de sociale zekerheid der werknemers vallen; alsdan is het recht op geneeskundige verstrekkingen beperkt tot een bepaalde periode, "tijdvak van voortgezette verzekering" genoemd;
06/09/1994 de werknemers die recht hebben op een rustpensioen krachtens de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor werknemers, of op vervroegd pensioen krachtens een bijzonder statuut van het personeel van een onderneming;
06/09/1994 de werknemers die als mijnwerker recht hebben op een invaliditeits- of rustpensioen;
06/09/1994 de personen die een rustpensioen of een als zodanig geldend voordeel genieten, vastgesteld door of krachtens een wet of een reglement, ander dan de pensioenregeling voor werknemers en dat wordt toegekend uit hoofde van een tewerkstelling in de openbare sector of in een onderwijsinrichting, die aanleiding geeft tot de toepassing van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, evenwel beperkt tot de regeling inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;
06/09/1994
  -31/12/2004
10° de personen die in de hoedanigheid van statutair personeelslid van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen recht hebben op een rustpensioen of een invaliditeitspensioen;
06/09/1994 11° de personen die ingevolge de toekenning van een rust- of overlevingspensioen of een als zodanig geldend voordeel, vastgesteld door of krachtens een wet of een reglement ander dan de pensioenregeling voor werknemers, het recht op een in 7° of 8° bedoeld pensioen verliezen;
P 06/09/1994
  -31/12/1997
12° de weduwnaars en weduwen van de voornoemde werknemers;
P 06/09/1994
  -31/12/1997
13° de personen ten laste van de in 1° tot 12° en 16°, bedoelde gerechtigden;
P 06/09/1994
  -31/12/1997
14° de personen ten laste van de in 1° tot 12° en 16°, bedoelde gerechtigden die hun legerdienst doen;
P 06/09/1994
  -31/12/1997
15° de personen ten laste van de werknemers van Belgische nationaliteit die onder een buitenlandse wetgeving voor sociale zekerheid vallen wanneer zij in België zijn of terugkomen terwijl die werknemers legerdienst doen;
P 06/09/1994
  -31/12/1997
16° de kinderen van de in 1° tot 12° bedoelde gerechtigden die volle wezen zijn en recht geven op kinderbijslag.
P 06/09/1994
  -31/12/1997
De Koning stelt vast wat onder "gecontroleerde werkloosheid", onder "persoon ten laste" en onder de in 16° bedoelde "kinderen van de gerechtigden" wordt verstaan.


Art. 33.

FR   NL   [Affichage pour impression]