|
|
Art. 4.
|
|
01/01/2002
|
Worden aan het advies van de inspecteurs van financiën voorgelegd vóór de tussenkomst van de Minister waarvan het organisme afhangt:
|
|
01/01/2002
|
1° de voorstellen waarvan sprake onder artikelen 3, 5, 11 en 12 van de wet van 16 maart 1954 en betrekking hebbende op:
|
|
01/01/2002
|
a) de begrotingen;
|
|
01/01/2002
|
b) de overdrachten en overschrijdingen van limitatieve kredieten;
|
|
01/01/2002
|
c) het kader en het statuut van het personeel;
|
|
01/01/2002
|
d) de leningen.
|
|
01/01/2002
|
2° de voorstellen die, krachtens de algemene of bijzondere wetten en reglementen welke de organismen beheersen, de tussenkomst vergen van de Minister van Financiën of van de Minister die het Openbaar Ambt in zijn bevoegdheid heeft.
|