HOOFDSTUK III.- BETALING VAN DE UITKERINGEN AAN DE GEESTESZIEKEN
Art. 53.
01/12/1997
Wanneer de gehuwde gerechtigde onbekwaam verklaard is of in de onmogelijkheid verkeert zijn wil te kennen te geven, verzoekt de verzekeringsinstelling de echtgenoot eventueel aan de vrederechter machtiging te vragen om de uitkeringen te ontvangen overeenkomstig artikel 220 van het Burgerlijk Wetboek. Alsdan is het vonnis van de Vrederechter door de verzekeringsinstelling uitvoerbaar op betekening van de griffie waarin is vermeld dat de verzekeringsinstelling-schuldenaar moet betalen of de betaling moet stopzetten.