Hoofdstuk 4 Resultaten

De resultaten bestaan uit een synthese van de resultaten van de vragenlijsten en de analyses van de verschillende databronnen.8 Met behulp van statistische modellen, aangepast aan het type onderzoeksvraag, analyseren we de relatie tussen de verschillende elementen.

Het eerste deel toont hoeveel CT- en MRI-onderzoeken in België worden uitgevoerd en hoeveel dit kost. We maken gebruik van data van 2017 tot en met 2019. We splitsen de kentallen regionaal op (per gewest) om een beeld te geven van de geografische variatie. Daarnaast kijken we specifiek naar de CT- en MRI-onderzoeken van de schedel en de wervelzuil.

In het tweede deel analyseren we geografische verschillen tussen arrondissementen. We maken een onderscheid tussen ambulante en gehospitaliseerde patiënten en naargelang de onderzoeksmodaliteit. De verhouding tussen het aantal MRI-onderzoeken en het totaal aantal onderzoeken (CT en MRI) is terug te vinden voor het jaar 2019. Deze zijn ook specifiek gegeven voor onderzoeken ter hoogte van de schedel en de wervelzuil.

Het derde deel maakt een verdeling tussen de CT- en MRI-onderzoeken op basis van patiëntkenmerken. We kijken onder andere naar de verschillen op basis van de leeftijd, het geslacht en de verzekeringsinstelling waar de patiënt die het onderzoek ondergaat aangesloten is.

In deel vier wordt er gekeken naar het voorschrijfgedrag in de verschillende arrondissementen. Er wordt namelijk een invloed op de verstrekkingen die (ambulant) in de ziekenhuizen worden uitgevoerd afhankelijk van het voorschrijfgedrag van de artsen in de buurt van het ziekenhuis.

In deel vijf geven we informatie over het toestellenpark in België. Het betreft hier alle toestellen voor zware medische beeldvorming (niet alleen CT- en MRI-toestellen). Daarnaast kijken we naar het aantal CT- en MRI-toestellen en hoeveel onderzoeken de ziekteverzekering gemiddeld terugbetaalt per dag en per toestel. We beschouwen ook de levensduur van de toestellen in het ziekenhuis. Elk ziekenhuis kan zich positioneren ten opzichte van de andere ziekenhuizen.

In het zesde deel wordt een groot deel van de resultaten van de online vragenlijst samengevat in verschillende topics die bijdragen aan de preventie van onnodige verstrekkingen. Het betreft, onder andere, informatisering van het zorgpad in het ziekenhuis, het gebruik van interne procedures op de dienst medische beeldvorming, de beschikbaarheid van vorige relevante onderzoeken en de wachttijden en openingsuren voor een CT- en MRI-onderzoek. We analyseren ook de geografische verschillen tussen de antwoorden, bijvoorbeeld op provinciaal niveau.

Deel zevende analyseert hoeveel onderzoeken herhaald worden binnen een bepaalde tijdsperiode. Het gaat over herhalingen van dezelfde onderzoeken of herhalingen waarbij het eerste onderzoek een CT-onderzoek was en het tweede onderzoek een MRI-onderzoek. We tonen de informatie op niveau van het gewest en het ziekenhuis.

In deel acht geven we de praktijkvariaties weer tussen gewesten, deze keer betreffende de inzet om ioniserende straling te beperken door te substitueren naar een onderzoek zonder ioniserende stralen. We gebruiken opnieuw de verhouding tussen het aantal MRI-onderzoeken en het totaal aantal onderzoeken (CT+MRI). We kijken naar de evolutie in de tijd (2017 tot en met 2019) en vergelijken op niveau van, onder andere, het ziekenhuis, het toestel, …

Deel negen beschrijft een model waarin zoveel mogelijk van de bovenstaande variabelen samengebracht worden om te kijken welke ervan het meeste doorwegen bij het toestelgebruik, met ander woorden, welke variabelen de geografische en praktijkvariaties met betrekking tot het aantal onderzoeken het meeste verklaren.

Deel tien beschrijft de resultaten uit de Fagg-bevraging betreffende het gebruik van radiofarmaca en de uitgevoerde analyses op deze producten.


  1. De gedetailleerde resultaten van de 7 uitgevoerde vragenlijsten is te vinden in de appendix.↩︎