3  Methodologie

Zoals standaard bij onze audits werd er gestart met een exploratief literatuuronderzoek. Dit werd gevolgd door het vastleggen van de scope en een aftoetsen met terreinexperten van items die beleidsmatig relevante info konden opleveren. Het beleidsmatige aspect betrof zowel het organisatorische als het medische beleid en dit zowel van het centrum of ziekenhuis als van de betrokken federale overheden. Vervolgens werd bekeken welke informatie we uit onze administratieve data konden halen, welke we beter (online) bevroegen en welke we in (een steekproef van) de centra ter plaatse moesten verifiëren. Waarbij we ook de kwaliteit van de online gegeven antwoorden konden beoordelen.

3.1 Inclusie-/exclusiecriteria

Voor de data analyse werd steeds gekeken naar de gegevens over ziekenhuizen met een erkend (“high care”) dialysecentrum. Het betreft 51 ziekenhuizen die samen 52 erkende dialysecentra hebben. De gegevens van ziekenhuizen met enkele een CAD werden dus niet meegenomen. Dit om een zo homogeen mogelijke doelgroep aan patiënten te bekomen.

3.1.1 Inclusiecriteria:

Volwassen patiënten met een eindstadium chronisch nierfalen die voldoen aan de desbetreffende KDIGO definitie (Levin e.a. 2013) en die een vorm van nierfunctie vervangende behandeling krijgen zoals peritoneaal dialyse, hemodialyse of niertransplantatie. Deze definitie werd ook gehanteerd door de International Society of Nephrology (ISN) en in de richtlijn voor de eerste lijn (Goderis e.a. 2016).

Het betreft daarbij zowel “incident patients” (dit wil zeggen patiënten die starten met dialyse), als “prevalent patients” (dit wil zeggen patiënten die reeds geruime tijd (> 3 maanden) dialyse krijgen (Kim e.a. 2014).

3.1.2 Exclusiecriteria:

Patiënten met acuut nierfalen. In het kader van de RIZIV nomenclatuur is acute dialyse beperkt tot 6 weken (cfr. o.a. Nomenclatuurcode 211525).

Kinderen, omdat deze een heel andere benadering vergen. Praktisch wil dit zeggen dat we patiënten <19 jaar excludeerden.

Idealiter werden ook de patiënten met een expliciet palliatief profiel geëxcludeerd. Veel van deze patiënten zijn echter erg slecht te traceren. Ook in de dagelijkse praktijk is dit een belangrijk manco (Herbelet e.a. 2020). Daarom was deze exclusie praktisch niet mogelijk.

3.2 Literatuuronderzoek

Doel van het literatuuronderzoek was descriptieve en evaluatieve indicatoren te identificeren. De literatuur met betrekking tot nierfunctie vervangende therapie van de laatste 12 jaar werd daartoe onderzocht in PUBMED voor zover het gepubliceerde (inter)nationale “guidelines” en “meta-analyses” betrof. Ook naar Cochrane reviews werd gezocht. Nadien werden nog enkele belangrijke artikels toegevoegd, deels aangereikt door het experten-panel (zoals de nieuwe KDIGO richtlijnen uit (2024)).

3.3 Indicatorenbepaling

3.3.1 Descriptieve indicatoren (FOTO)

Deze descriptieve indicatoren geven een beschrijvende “foto” van de huidige praktijkvoering en/of evolutie, maar er kunnen geen klare (beleids)doelstellingen aan gekoppeld worden (bij gebrek aan solide evidentie).

3.3.2 Evaluatieve indicatoren (KPI of Key Performance Indicator)

Op het gebied van de behandeling van eindstadium chronische nierziekten zijn wereldwijde klinische praktijkrichtlijnen ontwikkeld en geïmplementeerd om de patiëntenzorg en zorgresultaten te verbeteren. Meerdere studies toetsten doorheen de jaren of het bereiken van de doelstellingen uit deze praktijkrichtlijnen in alle Europese landen vergelijkbaar was. Ook werd gekeken of verschillen tussen landen verband houden met verschillen in nationale uitgaven voor gezondheidszorg en/of het aantal nefrologen per hoofd van de bevolking (Liabeuf e.a. 2017). Er werd gezocht in vrij beschikbare internationale praktijkstandaarden (ERA-EDTA, KDIGO, KDOQI, ISPD, …) en/of internationale praktijkvergelijkingen (DOPPS, EuroDOPPS, SONG, ICHOM). Voor de richtlijnen hebben we vooral gekeken naar deze met: “strong recommendation” en/of met als GRADE label: “moderate” of “high level of evidence”.

Alle indicatoren werden vervolgens voorgelegd aan het experten panel (zie Paragraaf 3.4), waarbij verder werd getrieerd op basis van haalbaarheid en toepasbaarheid in Belgische context.

3.4 Delphi-rondes met terreinexperten

Aangezien het om zeer uitgebreide praktijkrichtlijnen gaat, met veel nuances en soms gebaseerd op landen met andere zorgmogelijkheden en/of organisatie, werd er -zoals steeds- beroep gedaan op de feedback van experts. Hun input was zowel van belang in de ontwerpfase van het rapport, als in de verwerking van de data en het formuleren van aanbevelingen ter verbetering. De terreinexperten werden bekomen via het aanschrijven van volgende verenigingen: Belgian Society of Nephrology (BVN-SBN), Nederlandstalige Belgische Vereniging voor Nefrologie (NVBVN), Groupement des Néphrologues Francophones de Belgique (GNFB), de organisatie van Paramedisch Personeel der Dialyse en Transplantatiecentra (Orpadt) en de Dialyse Technici Vereniging (DTV). Tijdens de expertmeetings, die doorgingen in het Nederlands, waren per meeting tussen de 1 en 4 Franstalige experten en tussen de 4 en 6 Nederlandstalige experten aanwezig.

In de ontwerpfase werd een insteek met betrekking tot de volgende 3 vragen voorgelegd: welke analyses (desktop), welke bevragingen (online) en welke praktijktoetsen (on site) zijn beleidsmatig (klinisch, administratief of wetgevend) relevant? De feedback werd verzameld via meerdere Delphi-rondes. In de eerste Delphi-ronde trachtten we een zicht te krijgen op welke uit de literatuurstudie bekomen indicatoren als “Key performance indicatoren (KPI)” kunnen gebruikt worden. In de tweede Delphi-ronde was het opzet om te bekijken of de concrete uitwerking (o.a. de meerkeuze-opties) van de weerhouden audit-indicatoren haalbaar was. Er werd tevens een onderscheid bepaald tussen evaluatieve indicatoren (“KPI”) en meer descriptieve indicatoren (verderop “FOTO” genoemd). Deze laatsten hadden als enig doel een beeld te krijgen van de huidige praktijktendensen zonder enige interpretatie daaraan te geven. We trachtten deze 2e categorie tot een minimum te beperken. In een derde expertmeeting werd beslist wat met tegenstrijdige input diende te gebeuren. De resultaten van de audits werden in 2 aanvullende meetings teruggekoppeld en tot slot werd via een laatste Delphi-ronde en afsluitende meeting hun feedback gevraagd op het ontwerp van rapport. Zeer specifieke opmerkingen vanuit het experten panel zijn waar mogelijk expliciet vermeld in het rapport.

3.5 Audit op administratieve Data

3.5.1 Databronnen

Voor de data analyse werd steeds gekeken naar de gegevens over ziekenhuizen met een erkend (“high care”) dialysecentrum. Het betreft 51 ziekenhuizen die samen 52 erkende dialysecentra hebben. De gegevens van ziekenhuizen met enkele een CAD werden dus niet meegenomen. Dit om een zo homogeen mogelijke doelgroep aan patiënten te bekomen. Deze audit gebruikt verschillende gegevensbronnen. Hieronder staat een lijst met een korte beschrijving per databron en met een indicatie van de instantie waar deze bron ressorteert.

  • Documenten “P” 2017-2021 van het RIZIV met o.a. verstrekkingsnummer, identificatienummer van het ziekenhuis, datum van de verstrekking, aantal verstrekkingen.
  • Anonieme Ziekenhuisverblijven (AZV-HA) en Anonieme DagHospitalisatie (ADH) - afkomstig van de verzekeringsinstellingen en via het RIZIV overgemaakt aan de Technische Cel.
  • de Minimale Ziekenhuis Gegevens (MZG), die aangeleverd worden door de FOD Volksgezondheid.

3.5.2 Selectie van codes

Voor de data analyse wordt gebruik gemaakt van een selectie van nomenclatuur en ICD10-BE codes. De specifieke codes zijn in de onderstaande tabellen weergegeven.

3.5.2.1 Nomenclatuur codes

De codes in Tabel 3.1 worden gebruikt om de patiënten te selecteren die een vorm van niervervangende behandeling krijgen

Tabel 3.1: Geselecteeerde nomenclatuur en psuedocodes
code dialysis_type dialysis_type_detail code_type care_type amb cost_type cost datum_in datum_out
318010 transplantatie niertransplantatie nomencode chronic high care amb honoraria 2551.24
318021 transplantatie niertransplantatie nomencode chronic high care hosp honoraria 2551.24
470293 hemodialysis hemodialysis in hospital pseudocode chronic low care amb honoraria 139.19 01-08-2016 01-01-2099
470304 hemodialysis hemodialysis in hospital pseudocode chronic low care hosp honoraria 139.19 01-08-2016 01-01-2099
470315 hemodialysis hemodialysis in hospital (night) pseudocode chronic low care amb honoraria 107.46 01-08-2016 01-01-2099
470326 hemodialysis hemodialysis in hospital (night) pseudocode chronic low care hosp honoraria 107.46 01-08-2016 01-01-2099
470330 hemodialysis autodialysis pseudocode chronic low care amb honoraria 107.46 01-08-2016 01-01-2099
470341 hemodialysis autodialysis pseudocode chronic low care hosp honoraria 107.46 01-08-2016 01-01-2099
470352 hemodialysis homedialysis pseudocode chronic low care amb honoraria 107.46 01-08-2016 01-01-2099
470374 peritoneal dialysis peritoneal dialysis (old) pseudocode chronic low care amb honoraria 0.00 01-04-2003 01-02-2020
470385 peritoneal dialysis peritoneal dialysis (old) pseudocode chronic low care hosp honoraria 0.00 01-04-2003 01-02-2020
470400 peritoneal dialysis peritoneal dialysis (setup, old) pseudocode chronic low care hosp honoraria 0.00 01-01-1991 01-02-2020
470422 peritoneal dialysis peritoneal dialysis (subsequent, old) pseudocode chronic low care hosp honoraria 0.00 01-01-1991 01-02-2020
470433 peritoneal dialysis peritoneal dialysis (satelite, old) pseudocode chronic low care amb honoraria 0.00 01-01-1991 01-02-2020
470444 peritoneal dialysis peritoneal dialysis (satelite, old) pseudocode chronic low care hosp honoraria 0.00 01-01-1991 01-02-2020
470455 hemodialysis peritoneal dialysis (satelite, old) pseudocode chronic low care hosp honoraria 0.00 01-03-2010 01-01-2099
470470 hemodialysis hemodialysis in hospital (old) nomencode chronic low care amb honoraria 0.00 01-01-1991 01-02-2020
470481 hemodialysis hemodialysis in hospital (old) nomencode chronic low care hosp honoraria 0.00 01-01-1991 01-02-2020
470492 hemodialysis hemodialysis in hospital IC (old) nomencode chronic low care amb honoraria 0.00 01-07-1999 01-12-2012
470503 hemodialysis hemodialysis in hospital IC (old) nomencode chronic low care hosp honoraria 0.00 01-07-1999 01-12-2012
470875 peritoneal dialysis peritoneal dialysis pseudocode chronic low care amb honoraria 48.49 01-08-2016 01-01-2099
470890 hemodialysis hemodialysis in hospital (child) pseudocode chronic low care amb honoraria 328.18 01-08-2016 01-01-2099
470901 hemodialysis hemodialysis in hospital (child) pseudocode chronic low care hosp honoraria 328.18 01-08-2016 01-01-2099
470912 peritoneal dialysis peritoneal dialysis (child) pseudocode chronic low care amb honoraria 48.49 01-08-2016 01-01-2099
470934 hemodialysis self-care dialysis pseudocode chronic low care amb honoraria 113.16 01-01-2018 01-01-2099
470945 hemodialysis self-care dialysis pseudocode chronic low care hosp honoraria 113.16 01-03-2010 01-01-2099
767594 hemodialysis hemodialysis in hospital (amb) pseudocode chronic low care amb forfait 251.01 01-08-2016 01-01-2099
767616 hemodialysis hemodialysis in hospital (night) pseudocode chronic low care amb forfait 251.01 01-08-2016 01-01-2099
767631 hemodialysis hemodialysis in hospital (child) pseudocode chronic low care amb forfait 431.82 01-08-2016 01-01-2099
767664 hemodialysis hemodialysis in hospital (other hosp) pseudocode chronic low care hosp forfait 251.01 01-08-2016 01-01-2099
767686 hemodialysis hemodialysis in hospital (other hosp, child) pseudocode chronic low care hosp forfait 431.82 01-08-2016 01-01-2099
767701 hemodialysis hemodialysis in hospital (own hosp) pseudocode chronic low care hosp forfait 125.50 01-08-2016 01-01-2099
767723 hemodialysis hemodialysis in hospital (own hosp, child) pseudocode chronic low care hosp forfait 215.91 01-08-2016 01-01-2099
767734 hemodialysis hemodialysis at home pseudocode chronic low care amb forfait 176.96 01-08-2019 01-01-2022
767756 hemodialysis autodialysis pseudocode chronic low care amb forfait 199.92 01-08-2019 01-01-2022
767782 hemodialysis autodialysis (own hosp) pseudocode chronic low care hosp forfait 119.18 01-08-2019 01-01-2022
767804 hemodialysis autodialysis (other hosp) pseudocode chronic low care hosp forfait 199.92 01-08-2019 01-01-2022
767815 peritoneal dialysis peritoneal dialysis (home) pseudocode chronic low care amb honoraria 98.86 01-08-2016 01-01-2099
767826 peritoneal dialysis peritoneal dialysis (home) pseudocode chronic low care hosp honoraria 98.86 01-08-2016 01-01-2099
767830 peritoneal dialysis peritoneal dialysis (home, child) pseudocode chronic low care amb honoraria 98.86 01-08-2016 01-01-2099
767841 peritoneal dialysis peritoneal dialysis (home, child) pseudocode chronic low care hosp honoraria 98.86 01-08-2016 01-01-2099
767955 hemodialysis self-care dialysis pseudocode chronic low care amb forfait 176.96 01-08-2019 01-01-2022
767966 hemodialysis self-care dialysis pseudocode chronic low care hosp forfait 176.96 01-08-2019 01-01-2022

3.5.3 ICD codes voor toegangswegen

Tabel 3.2: Nomenclatuur codes voor de toegangsweg
nomencode access_type hosp_type description
235174 AV-fistel amb Aanleg AV-fistel
235185 AV-fistel hosp Aanleg AV-fistel
238254 AV-fistel amb Aanleg AV-fistel (<12 jaar) of heringreep
238265 AV-fistel amb Aanleg AV-fistel (<12 jaar) of heringreep
244672 Catheter amb Plaatsing catheter (type Tenckhoff)
244683 Catheter hosp Plaatsing catheter (type Tenckhoff)
354336 Catheter amb Plaatsing catheter (type Hicknman, Tesio, Jocath)
354340 Catheter hosp Plaatsing catheter (type Hicknman, Tesio, Jocath)
470072 Catheter amb Plaatsing catheter via punctie (type Tenckhoff)
470083 Catheter hosp Plaatsing catheter via punctie (type Tenckhoff)
589374 Catheter amb Percutane endovasculaire plastiek
589385 Catheter hosp Percutane endovasculaire plastiek

3.5.3.1 ICD codes voor complicaties

3.5.3.1.1 Infectie centraal veneuze katheter
  • De onderstaande codes van subcategorie T80.21 ’Infection due to central venous catheter’ zijn specifiek voor ‘centraal veneuze katheter’, maar ze zijn niet specifiek voor centraal veneuze dialysekatheters.1
    • T80.211- ‘Bloodstream infection due to central venous catheter’
    • T80.212- ‘Local infection due to central venous catheter’
    • T80.218- ‘Other infection due to central venous catheter’
    • T80.219- ‘Unspecified infection due to central venous catheter’

Er bestaat ook nog een code T82.7XX- ‘Infection and inflammatory reaction due to other cardiac and vascular devices, implants and grafts’ die kan gebruikt worden voor infecties van vasculaire dialysekatheters, maar enerzijds is deze code niet specifiek voor vasculaire dialysekatheters en anderzijds gaat het niet specifiek over centraal veneuze katheters.2

3.5.3.1.2 Niet infectieuze complicaties van vasculaire dialysekatheters
  • De onderstaande ICD-10-CM-codes zijn ter beschikking voor ‘mechanische’ complicaties van vasculaire dialysekatheters. Deze codes zijn specifiek voor vasculaire dialysekatheters.
    • T82.41X- ‘Breakdown (mechanical) of vascular dialysis catheter’
    • T82.42X- ‘Displacement of vascular dialysis catheter’
    • T82.43X- ‘Leakage of vascular dialysis catheter’
    • T82.49X- ‘Other complication of vascular dialysis catheter’
  • De onderstaande ICD-10-CM-codes zijn ter beschikking voor andere complicaties van vasculaire dialysekatheters. Deze codes zijn niet specifiek voor vasculaire dialysekatheters.
    • T82.818- ‘Embolism due to vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.828- ‘Fibrosis due to vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.838- ‘Hemorrhage due to vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.848- ‘Pain due to vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.858- ‘Stenosis of other vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.868- ‘Thrombosis due to vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.898- ‘Other specified complication of vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.9XX- ‘Unspecified complication of cardiac and vascular prosthetic device, implant and graft’
3.5.3.1.3 Complicaties arterioveneuze fistels en arterioveneuze shunts
  • De onderstaande ICD-10-CM-codes zijn ter beschikking voor ‘mechanische’ complicaties van arterioveneuze fistels en arterioveneuze shunts. Deze codes zijn specifiek voor arterioveneuze fistels en shunts.
    • T82.510- ‘Breakdown (mechanical) of surgically created arteriovenous fistula’
    • T82.511- ’Breakdown (mechanical) of surgically created arteriovenous shunt
    • T82.520- ’Displacement of surgically created arteriovenous fistula’
    • T82.521- ’Displacement of surgically created arteriovenous shunt’
    • T82.530- ‘Leakage of surgically created arteriovenous fistula’
    • T82.531- ‘Leakage of surgically created arteriovenous shunt’
    • T82.590- ‘Other mechanical complication of surgically created arteriovenous fistula’
    • T82.591- ‘Other mechanical complication of surgically created arteriovenous shunt’
  • De onderstaande ICD-10-CM-codes zijn ter beschikking voor andere complicaties van arterioveneuze fistels en arterioveneuze shunts. Deze codes zijn echter niet specifiek voor arterioveneuze fistels en shunts, want ze zijn ook bruikbaar voor complicaties van cardiale en vasculaire ‘devices’, ‘implants’ en ‘grafts’ en voor complicaties van vasculaire dialysekatheters.
    • T82.7XX- ‘Infection and inflammatory reaction due to other cardiac and vascular devices, implants and grafts’
    • T82.818- ‘Embolism due to vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.828- ‘Fibrosis due to vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.838- ‘Hemorrhage due to vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.848- ‘Pain due to vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.858- ‘Stenosis of other vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.868- ‘Thrombosis due to vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.898 -‘Other specified complication of vascular prosthetic devices, implants and grafts’
    • T82.9XX- ‘Unspecified complication of cardiac and vascular prosthetic device, implant and graft’
3.5.3.1.4 Complicaties peritoneale dialysekatheter
  • De onderstaande ICD-10-CM-codes zijn ter beschikking voor ‘mechanische’ complicaties van intraperitoneale dialysekatheters. Deze codes zijn specifiek voor intraperitoneale dialysekatheters.
    • T85.611- ‘Breakdown (mechanical) of intraperitoneal dialysis catheter’
    • T85.621- ‘Displacement of intraperitoneal dialysis catheter’
    • T85.631- ‘Leakage of intraperitoneal dialysis catheter’
    • T85.691- ‘Other mechanical complication of intraperitoneal dialysis catheter’
  • De onderstaande ICD-10-CM-codes zijn ter beschikking voor infectieuze complicaties van intraperitoneale dialysekatheters. Deze codes zijn specifiek voor intraperitoneale dialysekatheters.
    • T85.71X- ‘Infection and inflammatory reaction due to peritoneal dialysis catheter’
  • De onderstaande ICD-10-CM-codes zijn ter beschikking voor andere complicaties van intraperitoneale dialysekatheters. Deze codes zijn echter niet specifiek voor intraperitoneale dialysekatheters, want ze zijn ook bruikbaar voor complicaties van andere interne prothetische ‘devices’, ‘implants’ en ‘grafts’.
    • T85.818- ‘Embolism due to other internal prosthetic devices, implants and grafts’
    • T85.828- ‘Fibrosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts’
    • T85.838- ‘Hemorrhage due to other internal prosthetic devices, implants and grafts’
    • T85.848- ‘Pain due to other internal prosthetic devices, implants and grafts’
    • T85.858- ‘Stenosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts’
    • T85.868- ‘Thrombosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts’
    • T85.898- ‘Other specified complication of other internal prosthetic devices, implants and graft’
    • T85.9XX- ‘Unspecified complication of internal prosthetic device, implant and graft’

Alvorens onderstaande codes toegekend kunnen worden, dient voldaan te worden aan de criteria voor codering van nevendiagnose of hoofddiagnose; dit hangt af van de informatie die teruggevonden wordt in het patiëntendossier en van de codeerregels/ICD-10-BE-classificatie.

  • Chronische nierziekte – verschillende stadia
    • N18.1 Chronic kidney disease, stage 1
    • N18.2 Chronic kidney disease, stage 2 (mild)
    • N18.3 Chronic kidney disease, stage 3 (moderate)
    • N18.4 Chronic kidney disease, stage 4 (severe)
    • N18.5 Chronic kidney disease, stage 5
    • N18.6 End stage renal disease
    • N18.9 Chronic kidney disease, unspecified
    • Microalbuminurie (deze code is niet specifiek voor microalbuminurie)
      • R80.9 Proteinuria, unspecified (deze code is niet specifiek voor microalbuminurie)
  • Peritonitis (met uitzondering van K65.1 zijn deze codes niet specifiek voor infectieuze peritonitis)
    • K65.0 Generalized (acute) peritonitis
    • K65.1 Peritoneal abscess
    • K65.8 Other peritonitis
    • K65.9 Peritonitis, unspecified
  • Hypervolemie
    • E87.70 Fluid overload, unspecified
    • E87.79 Other fluid overload
  • Electrolietenstoornissen3
    • E87.0 Hyperosmolality and hypernatremia
    • E87.1 Hypo-osmolality and hyponatremia
    • E87.2 Acidosis
    • E87.3 Alkalosis
    • E87.4 Mixed disorder of acid-base balance
    • E87.5 Hyperkalemia
    • E87.6 Hypokalemia
    • E87.8 Other disorders of electrolyte and fluid balance, not elsewhere classified
Tabel 3.3: ICD10-BE codes voor relevante complicaties
icd_code description icd_intervention_type complication_type encounter_type
T80211A Bloodstream infection due to central venous catheter central venous catheter infectious initial
T80211D Bloodstream infection due to central venous catheter central venous catheter infectious subsequent
T80211S Bloodstream infection due to central venous catheter central venous catheter infectious sequela
T80212A Local infection due to central venous catheter central venous catheter infectious initial
T80212D Local infection due to central venous catheter central venous catheter infectious subsequent
T80212S Local infection due to central venous catheter central venous catheter infectious sequela
T80218A Other infection due to central venous catheter central venous catheter infectious initial
T80218D Other infection due to central venous catheter central venous catheter infectious subsequent
T80218S Other infection due to central venous catheter central venous catheter infectious sequela
T80219A Unspecified infection due to central venous catheter central venous catheter infectious initial
T80219D Unspecified infection due to central venous catheter central venous catheter infectious subsequent
T80219S Unspecified infection due to central venous catheter central venous catheter infectious sequela
T8241A Breakdown (mechanical) of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical initial
T8241D Breakdown (mechanical) of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical subsequent
T8241S Breakdown (mechanical) of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical sequela
T8242A Displacement of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical initial
T8242D Displacement of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical subsequent
T8242S Displacement of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical sequela
T8243A Leakage of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical initial
T8243D Leakage of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical subsequent
T8243S Leakage of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical sequela
T8249A Other complication of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical initial
T8249D Other complication of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical subsequent
T8249S Other complication of vascular dialysis catheter vascular dialysis catheter mechanical sequela
T85611A Breakdown (mechanical) of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical initial
T85611D Breakdown (mechanical) of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical subsequent
T85611S Breakdown (mechanical) of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical sequela
T85621A Displacement of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical initial
T85621D Displacement of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical subsequent
T85621S Displacement of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical sequela
T85631A Leakage of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical initial
T85631D Leakage of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical subsequent
T85631S Leakage of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical sequela
T85691A Other mechanical complication of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical initial
T85691D Other mechanical complication of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical subsequent
T85691S Other mechanical complication of intraperitoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical sequela
T8571XA Infection and inflammatory reaction due to peritoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical initial
T8571XD Infection and inflammatory reaction due to peritoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical subsequent
T8571XS Infection and inflammatory reaction due to peritoneal dialysis catheter intraperitoneal dialysis catheter mechanical sequela
T82510A Breakdown (mechanical) of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical initial
T82510D Breakdown (mechanical) of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical subsequent
T82510S Breakdown (mechanical) of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical sequela
T82511A Breakdown (mechanical) of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical initial
T82511D Breakdown (mechanical) of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical subsequent
T82511S Breakdown (mechanical) of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical sequela
T82520A Displacement of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical initial
T82520D Displacement of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical subsequent
T82520S Displacement of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical sequela
T82521A Displacement of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical initial
T82521D Displacement of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical subsequent
T82521S Displacement of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical sequela
T82530A Leakage of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical initial
T82530D Leakage of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical subsequent
T82530S Leakage of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical sequela
T82531A Leakage of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical initial
T82531D Leakage of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical subsequent
T82531S Leakage of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical sequela
T82590A Other mechanical complication of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical initial
T82590D Other mechanical complication of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical subsequent
T82590S Other mechanical complication of surgically created arteriovenous fistula arteriovenous fistula mechanical sequela
T82591A Other mechanical complication of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical initial
T82591D Other mechanical complication of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical subsequent
T82591S Other mechanical complication of surgically created arteriovenous shunt arteriovenous shunt mechanical sequela
T827XXA Infection and inflammatory reaction due to other cardiac and vascular devices, implants and grafts vascular device infectious initial
T827XXD Infection and inflammatory reaction due to other cardiac and vascular devices, implants and grafts vascular device infectious subsequent
T827XXS Infection and inflammatory reaction due to other cardiac and vascular devices, implants and grafts vascular device infectious sequela
T82818A Embolism due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological initial
T82818D Embolism due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological subsequent
T82818S Embolism due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological sequela
T82828A Fibrosis due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological initial
T82828D Fibrosis due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological subsequent
T82828S Fibrosis due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological sequela
T82838A Hemorrhage due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological initial
T82838D Hemorrhage due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological subsequent
T82838S Hemorrhage due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological sequela
T82848A Pain due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device pain initial
T82848D Pain due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device pain subsequent
T82848S Pain due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device pain sequela
T82858A Stenosis of other vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological initial
T82858D Stenosis of other vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological subsequent
T82858S Stenosis of other vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological sequela
T82868A Thrombosis due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological initial
T82868D Thrombosis due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological subsequent
T82868S Thrombosis due to vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device haematological sequela
T82898A Other specified complication of vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device other initial
T82898D Other specified complication of vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device other subsequent
T82898S Other specified complication of vascular prosthetic devices, implants and grafts vascular device other sequela
T829XXA Unspecified complication of cardiac and vascular prosthetic device, implant and graft vascular device other initial
T829XXD Unspecified complication of cardiac and vascular prosthetic device, implant and graft vascular device other subsequent
T829XXS Unspecified complication of cardiac and vascular prosthetic device, implant and graft vascular device other sequela
T85818A Embolism due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological initial
T85818D Embolism due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological subsequent
T85818S Embolism due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological sequela
T85828A Fibrosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological initial
T85828D Fibrosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological subsequent
T85828S Fibrosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological sequela
T85838A Hemorrhage due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological initial
T85838D Hemorrhage due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological subsequent
T85838S Hemorrhage due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological sequela
T85848A Pain due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device pain initial
T85848D Pain due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device pain subsequent
T85848S Pain due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device pain sequela
T85858A Stenosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological initial
T85858D Stenosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological subsequent
T85858S Stenosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological sequela
T85868A Thrombosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological initial
T85868D Thrombosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological subsequent
T85868S Thrombosis due to other internal prosthetic devices, implants and grafts internal prosthetic device haematological sequela
T85898A Other specified complication of other internal prosthetic devices, implants and graft internal prosthetic device other initial
T85898D Other specified complication of other internal prosthetic devices, implants and graft internal prosthetic device other subsequent
T85898S Other specified complication of other internal prosthetic devices, implants and graft internal prosthetic device other sequela
T859XXA Unspecified complication of internal prosthetic device, implant and graft internal prosthetic device other initial
T859XXD Unspecified complication of internal prosthetic device, implant and graft internal prosthetic device other subsequent
T859XXS Unspecified complication of internal prosthetic device, implant and graft internal prosthetic device other sequela

3.5.4 Gebruik funnelplots

Voor het weergeven van een aantal resultaten wordt gebruik gemaakt van funnel plots. Deze tonen op de x-as de grootte van de onderzoekspopulatie en op de y-as staat een waarde afgezet tegen de 0.95 en 0.99 Confidence Intervallen (CI). Deze confidence intervallen zijn gebaseerd op de statistische distributie van de waarde op de y-as. Voor de proportie gaat dit om een binomiaal verdeling waarbij het gewogen gemiddelde gekozen wordt als referentie waarde.

3.6 Audit via Online bevraging (OB)

In juni 2024 werd een reeks vragen over de huidige praktijkvoering verzonden aan alle ziekenhuizen met een erkend dialysecentrum. Het betrof 51 ziekenhuizen met 52 erkende centra). Dit gebeurde d.m.v. de online survey tool “Microsoft forms”. Tegen eind augustus 2024 had 100% van de betrokken ziekenhuizen hierop geantwoord. De vragen die gesteld werden in de online-bevraging zijn herkenbaar door de afkorting (OB) achter de vraag.

3.7 Audit ter Plaatse

Een “ad random” bepaalde steekproef van ziekenhuizen met een erkend dialysecentrum kreeg een bezoek ter plaatse. Deze randomisatie werd uitgevoerd d.m.v. een gestratificeerde aselecte steekproef. De 52 erkende dialysecentra werden vervolgens gegroepeerd in clusters op basis van 2 criteria: het gewest waarin het centrum gelegen is en of het ziekenhuis in het verleden reeds bezocht werd door de eenheid Audit Ziekenhuizen. Ziekenhuizen die reeds deelnamen aan een terreinbezoek van Audit Ziekenhuizen werden ingedeeld in een aparte cluster, zodat de kans tot selectie lager lag. Vervolgens is de steekproeftrekking vanuit elke cluster proportioneel en op willekeurige wijze verlopen. In totaal werden er 24 ziekenhuizen (met erkend dialysecentrum) geselecteerd en bezocht; het betrof 8 Waalse, 4 Brusselse en 12 Vlaamse ziekenhuizen.

Voor de dossierstudies (EPD) werden ziekenhuisverblijven uit 2020–2021 geselecteerd op basis van (vermoedelijk) dialyse-gerelateerde complicaties als geverifieerde opnamediagnose; zoals katheter-gerelateerde infecties en problemen met de vaattoegang. Het codeerhandboek ICD-10-BE versie 2019 en de classificatie ICD-10-BE versie 2019, beiden van toepassing voor de jaren 2020-2021, werden gebruikt voor de audit van de Medische Gegevens van de Minimale Ziekenhuis Gegevens (MG-MZG).

De bezochte ziekenhuizen hadden -zoals gebruikelijk- de mogelijkheid om feitelijke onjuistheden in het rapport over de audit ter plaatse te weerleggen.

  1. De codeerrichtlijnen die hierover in het codeerhandboek (Versie 2019 H33: p616 / Versie 2017 H33 p13 / Versie 2015 H33 p675) terug te vinden zijn, zijn de volgende: “Septicemie door een centraal veneuze katheter wordt gecodeerd met de code T80.211- ‘Bloodstream infection due to central venous catheter’ en niet met de code T82.7-. Voorbeelden van centraal veneuze katheters zijn de Hickman katheter, de perifeer ingebrachte centrale katheters (PICC), de portacath, de umbilicale veneuze katheter en de ‘triple lumen’ katheter. Septicemieën ten gevolge van centrale lijnen zijn systeeminfecties. De codes van de subcategorie ‘Infection due to central venous catheter’ maken het onderscheid tussen onder andere systeeminfecties (T80.211-) en lokale infecties (T80.212-) ten gevolge van een centraal veneuze katheter. Onder lokale infecties op een centraal veneuze katheter verstaat men infecties ter hoogte van de insteekplaats of van de katheteruitgang, infecties ter hoogte van de poorten of reservoirs en tunnelinfecties. Als een septicemie samen met een lokale infectie van de centraal veneuze katheter aanwezig is én het patiëntendossier geen andere oorzaak voor deze in het dossier vermelde septicemie aangeeft, dan kan aan de behandelende arts gevraagd worden of het om een septicemie te wijten aan de infectie van de centraal veneuze katheter gaat. Indien de arts het oorzakelijk verband tussen de lokale infectie van de centraal veneuze katheter en de septicemie bevestigt, wordt code T80.211- ‘Bloodstream infection due to central venous catheter’ samen met code T80.212- ‘Local infection due to central venous catheter’gecodeerd. Wanneer het dossier een niet gespecificeerde infectie ten gevolge van een centraal veneuze katheter vermeldt, dan codeert men T80.219- ‘Unspecified infection due to central venous catheter’.”↩︎

  2. De codeerrichtlijnen die hierover in het codeerhandboek (Versie 2019 H33: p616 / Versie 2017 H33 p13 / Versie 2015 H33 p675) terug te vinden zijn, zijn de volgende: “Code T82.7XX- ‘Infection and inflammatory reaction due to other cardiac and vascular devices, implants and grafts’ wordt gebruikt voor de infecties op arteriële, dialyse- of perifeer veneuze katheters of op een niet anders gespecificeerde infusiekatheter.”↩︎

  3. Een diagnose mag niet worden gecodeerd louter op basis van een abnormale labowaarde; de behandelde arts dient steeds de diagnose te stellen. Een diagnose mag ook niet worden gecodeerd louter op basis van toegediende medicatie. Indien electrolietenstoornissen deel uitmaken van een onderliggende pathologie, zullen ze vaak niet apart gecodeerd worden↩︎