Audit Behandeling eindstadium chronisch nierfalen


1 Managementsamenvatting
Deze audit focust op de behandeling van volwassen patiënten met terminaal chronisch nierfalen door middel van dialyse. Daarbij werd in hoofdzaak nagegaan in hoeverre het overheidsbeleid de evolutie naar meer patiëntgeoriënteerde zorg gefaciliteerd heeft (sinds het KCE rapport 124 van 2010) en in welke mate publiek beschikbare internationale richtlijnen m.b.t. dialysezorg worden toegepast.
Huidige praktijk rond dialysezorg in België.
De huidige praktijk rond dialysezorg in België wordt, zoals elders, gedomineerd door de klassieke hemodialysebehandeling in het ziekenhuis of in een collectieve autodialyse (CAD), die zich meestal ook bevindt in een ziekenhuis. Het aantal patiënten dat thuisdialyse krijgt blijft reeds jaren nagenoeg gelijk. In 1 op 6 van de erkende dialysecentra die we ter plaatsen hebben geaudit zagen we dat ze zelf geen peritoneaal dialyse aanboden. Dit betreft nochtans een essentieel element van de wettelijke erkenningsnormen voor een centrum (K.B. van 27 november 1996). Het aantal transplantaties is reeds erg hoog, maar vergeleken met Nederland kan dit nog verder stijgen op voorwaarde dat de levende donatie op een vergelijkbaar niveau komt.
In hoeverre faciliteerde het beleid de evolutie naar meer patiënt-georiënteerde zorg?
De overheid nam sinds het KCE rapport uit 2010 verschillende initiatieven om de evolutie naar meer patiënt georiënteerde zorg te faciliteren. Daarbij was de RIZIV-conventie van 2016 de belangrijkste. Dit heeft geleid tot meer patiënten in een CAD (als vorm van “low care” dialyse), wat gunstiger is voor het budget. Het heeft echter niet geleid tot meer patiëntgeoriënteerde zorg waarbij de patiënt op basis van een gedegen voorlichting vrij kan kiezen tussen alle dialysevormen die medisch mogelijk zijn voor zijn situatie. Een belangrijk element om dit te realiseren is een goed uitgewerkt, gedocumenteerd en geïmplementeerd pre-dialysepad. Dergelijk pad is echter noch naar organisatiewijze, noch naar inhoud gedefinieerd. Het merendeel van de centra had wel verschillende elementen van zo’n pad, doch vaak ontbrak er een gestandaardiseerde werkwijze voor het inschatten van levenskwaliteit, prognose alsook een zorgplan.
In welke mate werden publiek beschikbare internationale richtlijnen toegepast?
Het ontbreekt in ons land aan richtinggevende (inter)nationale richtlijnen over dialysezorg, die als dusdanig erkend werden door de beroepsverenigingen en/of de overheid. Dit was nochtans één van de belangrijkste aanbevelingen uit het KCE rapport. De meeste geauditeerde zorgaspecten waren wel in lijn met de toonaangevende internationale (KDIGO)richtlijnen. Belangrijke uitzonderingen in enkele centra nuanceren dit echter; zo waren er centra zonder mogelijkheid om een AV-fistel aan te leggen, zonder diëtist, zonder complicatieregister of verbetercyclus, zonder peritoneaal dialyse aanbod en zonder thuishemodialyse aanbod.
Er werden 30 aanbevelingen geformuleerd om de kwaliteit en doelmatigheid van zorg verder te verbeteren.