Pilootproject nieuwe financiering in de thuisverpleging: FAQ
Op deze pagina:
DEELNAME EN OVEREENKOMST: Welke praktijken kunnen deelnemen?
Alle praktijken thuisverpleging kunnen zich aanmelden, op voorwaarde dat ze aan bepaalde criteria voldoen.
Ze moeten voldoen aan:
- de voorwaarden van een gestructureerde equipe (minstens 3 verpleegkundigen),
- één gezamenlijk beheerd patiëntenbestand hebben
- en gebruikmaken van één patiëntendossier op basis van gehomologeerde software.
De praktijken kunnen bestaan uit zelfstandigen of in loondienst werkende verpleegkundigen, eventueel aangevuld met zorgkundigen mits zij aan de wettelijke voorwaarden voldoen. Zie: Een zorgkundige opnemen in uw equipe van thuisverpleegkundigen
DEELNAME EN OVEREENKOMST: Kan een praktijk gedeeltelijk overstappen op het nieuwe financieringsmodel?
Ja, indien de praktijk uit meerdere deelpraktijken bestaat.
Het is op het niveau van de deelpraktijk dat er beslist wordt om deel te nemen aan het pilootproject. Een deelpraktijk (d.w.z. een duidelijk afgebakend deel van de praktijk, verpleegkundigen, zorgkundigen, verantwoordelijken, die een afzonderlijke groep patiënten verzorgt) moet in zijn geheel volgens het nieuwe model functioneren. Dit betekent dat het niet toegestaan is dat een zorgverlener binnen dezelfde (deel)praktijk deels volgens het klassieke model (artikel 8) en deels volgens het pilootproject (artikel 56) werkt. Een verpleegkundige mag daarentegen wel in twee verschillende praktijken werken, waarvan er slechts één aan het project deelneemt.
DEELNAME EN OVEREENKOMST: Kan een praktijk opgesplitst worden in meerdere deelpraktijken?
Ja, als de praktijk uit meerdere deelpraktijken bestaat.
Op het niveau van de deelpraktijk wordt beslist om al dan niet deel te nemen aan het pilootproject. Een deelpraktijk (d.w.z. een duidelijk afgebakend deel van de praktijk, verpleegkundigen, zorgkundigen, verantwoordelijken, die een afzonderlijke groep patiënten verzorgen) zal in zijn geheel volgens het nieuw model werken. Er kunnen binnen één praktijk meerdere deelpraktijken zijn. Het aantal aanmeldingen voor het project hangt af van het aantal deelpraktijken dat het nieuwe model wil testen.
DEELNAME EN OVEREENKOMST: Is het mogelijk om deeltijds in het project te werken en deeltijds in een andere praktijk?
Ja, dat is mogelijk.
Een verpleegkundige kan een deel van zijn tijd in een praktijk werken die deelneemt aan het pilootproject en de rest van de tijd in een andere praktijk die niet deelneemt. Een praktijk wordt geïdentificeerd aan de hand van zijn groepsnummer. Binnen eenzelfde deelnemende praktijk neemt de verpleegkundige echter 100 % deel aan het pilootproject.
DEELNAME EN OVEREENKOMST: Hoe lang duurt de deelname aan het project?
Het pilootproject loopt over een periode van twee jaar, van 2026 tot 2028.
Het pilootproject start op 1 maart 2026 met een voorbereidingsperiode van drie maanden. Daarna volgt de implementatie en worden de activiteiten gedurende twee jaar volgens het nieuwe systeem geregistreerd. De deelnemende praktijken verbinden zich dus voor de gehele duur van het project, met een evaluatie gepland in 2028. Op basis van deze evaluatie zal een voorstel uitgewerkt worden met betrekking tot de toekomstige financiering van thuisverpleging.
DEELNAME EN OVEREENKOMST: Kunnen de financiële voorwaarden van het project tijdens het project worden gewijzigd?
In principe blijft het budgettaire kader gedurende de hele looptijd van het pilootproject ongewijzigd. Bij een (risico op) overschrijding van het budget kunnen aanpassingen echter niet worden uitgesloten. Een praktijk kan beslissen om uit het project te stappen. Indien dit gebeurt binnen de 6 maanden na de opstart van het project (ondertekening overeenkomst) zal de opstartvergoeding wel teruggevorderd worden.
DEELNAME EN OVEREENKOMST: Zal het uurtarief deel uitmaken van het nieuwe toekomstige financieringsmodel voor de thuisverpleging?
Het is niet zeker of de uurfinanciering, die tijdens het pilootproject zal gehanteerd worden, na afloop van het pilootproject zal verdergezet worden. De financiële voorwaarden van het pilootproject worden als tijdelijk en experimenteel beschouwd. Ze zullen aangepast worden op basis van de resultaten van de evaluatie door het KCE. Het doel is het model testen en verbeteren alvorens het eventueel algemeen in te voeren.
DEELNAME EN OVEREENKOMST: Kan ik terugkeren naar een ander financieringsmodel?
De deelnemende praktijken verbinden zich voor de gehele duur van het project. In uitzonderlijke gevallen kan een praktijk zich terugtrekken. Bij een uitstap binnen de 6 maanden na het verkrijgen van de opstartvergoeding van 4969 euro per VTE dient 50% van de opstartvergoeding terugbetaald te worden. Een praktijk die zich terugtrekt moet ook bereid zijn tot een exit-interview met de wetenschappelijke equipe.
KANDIDATUUR EN SELECTIE: Hoe voer ik een simulatie van de tarificatie uit?
Het is niet mogelijk om een volledig nauwkeurige simulatie van de tarificatie uit te voeren, gezien er in het pilootproject op een volledig nieuwe manier gewerkt zal worden. Naast de directe zorgen zullen in het nieuwe systeem ook indirecte zorgen en verplaatsingen vergoed worden. Er is momenteel onvoldoende zicht op de tijd die hieraan besteed wordt.
KANDIDATUUR EN SELECTIE: Hoe richt je een praktijk op?
Een praktijk is een eenheid die bestaat uit een of meer zorgverleners die samen thuisverpleging verlenen. Ze moet beschikken over een (Riziv) groepsnummer. Een deelpraktijk kan ontstaan wanneer een team een eigen, afgebakende groep van patiënten behandelt.
KANDIDATUUR EN SELECTIE: Worden zorgkundigen in het project opgenomen?
Ja, zorgkundigen kunnen worden geïntegreerd in de deelnemende praktijken, op voorwaarde dat de praktijk voldoet aan de criteria van een gestructureerde equipe. Het kader voor zorgkundigen blijft tijdens het project van toepassing.
Zie: Een zorgkundige opnemen in uw equipe van thuisverpleegkundigen
KANDIDATUUR EN SELECTIE: Wanneer en hoe kan mijn praktijk zich kandidaat stellen?
We hebben een oproep tot kandidaatstelling gelanceerd: Geïnteresseerde praktijken moeten hun dossier tussen 17 november 2025 en 16 januari 2026 indienen via het daarvoor ontwikkelde inschrijvingsformulier,
KANDIDATUUR EN SELECTIE: Is het aantal plaatsen beperkt?
Ja, het project mikt op een deelname van ongeveer 1000 voltijds equivalenten (VTE) die overeenkomt met een representatieve selectie van de diversiteit van de praktijken in België (regio's, soorten statuten, omvang, enz.).
De selectie zal gebeuren op basis van de taalgemeenschap, de status (zelfstandige of werknemer), de omvang van de praktijk en het aandeel van de gefactureerde financiële activiteit op basis van artikel 8.
KANDIDATUUR EN SELECTIE: Kan ik me alleen als controlepraktijk aanmelden?
Ja, sommige praktijken kunnen worden geselecteerd als controlepraktijk. Ze nemen niet deel aan het nieuwe financieringsmodel, maar dragen bij aan de wetenschappelijke evaluatie van het project.
KANDIDATUUR EN SELECTIE: Wat zijn de verplichtingen van een controlepraktijk?
Een bijdrage leveren aan de wetenschappelijke evaluatie van het pilootproject zonder het alternatieve financieringsmodel toe te passen. De praktijk fungeert als controlepraktijk om de effecten van het nieuwe systeem te vergelijken met het huidige systeem.
- Doorgaan met werken volgens het klassieke model (artikel 8 van de nomenclatuur).
- Deelnemen aan de wetenschappelijke evaluatie:
- De enquêtes invullen (door zorgverleners en patiënten) op drie belangrijke momenten: vóór de start van het project, na een jaar en na twee jaar.
- Verstrekken van praktijkgegevens via halfjaarlijkse overdrachten (samenstelling van het team, activiteiten, enz.).
- Kandidaten voorstellen voor interviews of focusgroepen (verpleegkundigen, zorgverleners, coördinatoren).
- Akkoord gaan met een exitgesprek als de praktijk zich terugtrekt uit het project.
- Ermee instemmen dat de gegevens, die verstrekt worden door het IMA (InterMutualistisch Agentschap) gebruikt worden door het KCE. De gegevens die door het KCE geanalyseerd worden zijn gepseudonimiseerd op het niveau van zorgverlener, patiënt en praktijk.
- De door het KCE en het RIZIV vastgestelde termijnen en formaten voor de overdracht van gegevens naleven.
De controlepraktijken ontvangen een vergoeding voor hun deelname aan de evaluatie:
- 20 euro per volledig ingevulde enquête.
- 60 euro per uur voor interviews of focusgroepen.
- 50 euro per gegevensoverdracht.
KANDIDATUUR EN SELECTIE: Wat zijn de belangrijkste verplichtingen van de deelnemende praktijken tijdens het project?
De praktijken moeten:
- Het nieuwe financieringsmodel toepassen
- Deelnemen aan het verzamelen van gegevens (tijd, soorten zorg, enz.)
- BelRAI-beoordelingen uitvoeren
- Deelnemen aan opleidingen en intervisies
- De vragenlijsten van het KCE invullen
- De kwaliteits- en documentatievereisten naleven
- De overeenkomst ondertekenen en de inhoud ervan naleven
KANDIDATUUR EN SELECTIE: Zal er tijdens het project ondersteuning zijn?
Voor vragen over het selectieproces of de inhoud en uitvoering van het project kunt u terecht op het e-mailadres: studie-verpleging@riziv-inami.fgov.be.
Voor vragen over de wetenschappelijke evaluatie kunt u terecht bij het KCE: info@kce.fgov.be
KANDIDATUUR EN SELECTIE: Hoe wordt omzet gedefinieerd in de paragraaf ‘Relevante praktijkgegevens voor het pilootproject’ uit het kandidaatstellingsformulier?
Het begrip 'omzet' omvat alle zorggerelateerde inkomsten. Deze worden ofwel uitbetaald door de Verzekeringsinstellingen ofwel betaald door de patiënt, via het remgeld, ofwel vergoed door andere zorginstellingen waarmee de (deel)praktijk een samenwerkingsovereenkomst heeft (vb. medische huizen, laboratoria, ...). Niet-zorggerelateerde inkomsten, zoals premies (vb. forfaitaire tegemoetkoming voor specifieke kosten, de ICT- of vormingspremie) of subsidies (vb. sociale Maribel) mogen niet meegerekend te worden in de omzet.
Het percentage, dat in punt 3 van de paragraaf ‘Relevante praktijkgegevens’ gevraagd wordt, wordt berekend door de inkomsten uit artikel 8 – prestaties, die uitbetaald door de verzekeringsinstellingen, te delen door de totale omzet (d.w.z. alle zorggerelateerde inkomsten, zoals hierboven gedefinieerd).
Indien de gegevens ontbreken om het percentage op deelpraktijkniveau te berekenen, dan mag het percentage gegevens worden op praktijkniveau. Gelieve dit in dat geval te verduidelijken in het kandidaatstellingsdocument.
Voorbeeld:
Totale inkomsten van de praktijk
- Totaalbedrag : 120 000 €
- Dit bedrag omvat alles: zorgen, premies, subsidies, ....
Subsidies en premies worden in mindering gebracht van de totale inkomsten
- Subsidies en premies: € 20.000
- Deze worden in mindering gebracht omdat ze niet rechtstreeks verband houden met de zorg.
- Totale inkomsten in verband met de zorg = 120.000-20.000 = 100.000
Samenstelling van de inkomsten die verband houden met de zorg (100.000 €)
Deze 100.000 € omvat twee categorieën zorginkomsten:
- Inkomsten, gerelateerd aan artikel 8, die vergoed worden vanuit de verplichte ziekteverzekering en dus uitbetaald worden door de verzekeringsinstellingen (= Punt 2 uit paragraaf ‘Relevante praktijkgegevens’)
- Alle andere zorggerelateerde inkomsten
→ Dit zijn inkomsten die vergoed worden vanuit de verplichte ziekteverzekering (dus uitbetaald door de verzekeringsinstellingen), maar die verband houden met de nomenclatuur buiten artikel 8 (bijv. zorgtrajecten, thuishospitalisatie, ...) en inkomsten buiten de verplichte ziekteverzekering (bijv. remgelden, overeenkomsten met laboratoria, medische huizen, enz., no-showvergoedingen, facturatie van materiaalkosten, ...).
In uw geval
Andere zorggerelateerde inkomsten: 15.000 €
Dus:
- Inkomsten uit art. 8 en via verzekeringsinstellingen:
(verzkeringinstellingen + eigen bijdragen patiënt) =85.000 € - Andere inkomsten = 15.000 €
Procentuele verdeling
- Inkomsten via art. 8 (verzekeringinstellingen en eigen bijdragen van patiënten): 85.000 / 100.000 = 85 %
- Andere zorggerelateerde inkomsten (overeenkomsten, enz.) = 15.000 / 100.000 = 15 %
KANDIDATUUR EN SELECTIE: Wat wordt op het formulier kandidaatstelling bedoeld met verdeling volgens rubrieken?
Het gaat om de rubrieken in de nomenclatuur art. 8, dit zijn:
- verstrekkingen verleend in de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende
- verstrekkingen verleend in de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende tijdens het weekend of een feestdag
- verstrekkingen verleend in de praktijkkamer van de verpleegkundige
enz
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE PRAKTIJK: Zijn er specifieke kwaliteitseisen voor de praktijken?
Ja. De praktijken moeten voldoen aan bepaalde kwaliteitscriteria, waaronder:
- het gebruik van één uniek patiëntendossier,
- organisatie van patiëntbesprekingen op regelmatige basis,
- deelname aan opleidingen,
- het opmaken en uitvoeren van een gestructureerd zorgplan,
- en op regelmatige basis een evaluatie van de kwaliteit van de zorg uitvoeren.
Deze criteria zijn gekoppeld aan de stimulerende praktijkfinanciering. In functie hiervan is een vergoeding voorzien.
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE PRAKTIJK: Welke soorten verstrekkingen worden in het project in rekening genomen?
De in rekening genomen verstrekkingen zijn alle verpleegkundige activiteiten die worden uitgevoerd en zijn opgenomen in de lijst van interventiecodes, met inbegrip van:
- verpleegtechnische zorgen,
- verpleegkundige opvolging,
- zorgcoördinatie,
- educatie van de patiënt,
- zorg op afstand (via videoconsultaties),
- BElRAI-beoordelingen.
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE PRAKTIJK: Welke soorten verstrekkingen worden NIET in aanmerking genomen in het project?
Worden niet in aanmerking genomen:
- verstrekkingen die worden gefinancierd via ziekenhuisovereenkomsten (bijv. thuisdialyse),
- zorg die wordt verleend in het kader van een ander financieringssysteem (bijv. medisch centrum, bloedafname in samenwerking met een laboratorium, ...),
- diensten die aan andere instellingen worden gefactureerd (bijv. bereiding van geneesmiddelen in verblijfscentra voor personen met een handicap, ...).
ORGANISATIE EN WERKING: Hoe wordt een voltijdsequivalent in het pilootproject gedefinieerd?
De methode is identiek aan die welke wordt gebruikt voor de huidige vergoeding voor forfaitaire tegemoetkoming diensten thuisverpleging.
Principes:
- 1 VTE = 7 uur en 36 minuten per dag.
- De berekening is gebaseerd op het aantal gewerkte dagen of uren per kwartaal.
- Verklaring op erewoord voor zelfstandigen.
Het aantal VTE van een (deel-)praktijk wordt vastgesteld door het gemiddeld aantal VTE-dagen te delen door het aantal werkdagen in het laatste kwartaal. Voor alle duidelijkheid, activiteiten buiten artikel 8 tellen mee voor het bepalen van het aantal VTE. Dit geeft het gemiddeld aantal VTE voor dat kwartaal.
Een werkdag wordt bepaald op basis van het statuut van de zorgverlener:
- Loontrekkende verpleegkundigen (voltijds): het aantal arbeidsdagen per kwartaal (arbeidsdagen volledig vergoed door de werkgever),
- Loontrekkende verpleegkundigen (deeltijds): het aantal bezoldigde uren per kwartaal,
- Statutaire verpleegkundigen: het aantal arbeidsdagen per kwartaal (gepresteerde arbeidsdagen door de werknemer),
- Statutaire verpleegkundigen (deeltijds): met het aantal bezoldigde uren per kwartaal,
- Zelfstandige verpleegkundigen: aantal uren gepresteerd in de dienst thuisverpleging per kwartaal, waarbij er per fysieke persoon en per dag maximum 7 uur 36 minuten in aanmerking kan worden genomen.
De begrenzing op gemiddeld 38u per week geldt voor het definiëren van het aantal VTE, dit is geen grens op het aantal uren dat een verpleegkundige of zorgkundige mag presteren. Een verpleegkundige of zorgkundige mag op jaarbasis maximaal gemiddeld 11u per dag en dit 6 dagen per week presteren.
Voorbeelden
- Een verpleegkundige die de ene week 76u presteert en de andere week 0u, presteert gemiddeld 38u per week en geldt voor 1 VTE.
- Een verpleegkundige die op weekbasis 38u presteert, verdeeld over 3 dagen (maandag-dinsdag-woensdag), presteert gemiddeld 38u per week en geldt voor 1 VTE
- Een referentieverpleegkundige die op een kwartaal 6 bezoeken doet van telkens 1u, geldt voor 6 / 468u = 0,013 VTE.
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE PRAKTIJK: Wat met wijzigingen in de samenstelling van de praktijk?
Praktijken moeten elke wijziging (toetreding of vertrek van zorgverleners) melden via de praktijkregistratie. Als een praktijk onder de drempel van 3 VTE komt, heeft zij 3 maanden de tijd om de situatie te regulariseren. Bij langdurige niet-conformiteit kan de praktijk worden uitgesloten van het project, zoals beschreven in de overeenkomst.
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE PRAKTIJK: Hoe worden stagiairs in het project geïntegreerd?
U kan stagiairs integreren in de deelnemende praktijken, maar ze worden niet meegeteld in de VTE's voor de financiering. Hun aanwezigheid moet worden begeleid door een professional die voor het project is opgeleid. Ze kunnen onder toezicht deelnemen aan de zorg. De stagiair ontvangt hiervoor geen financiering. Het begeleiden van een stagestudent levert wel punten op in het kader van de stimulerende praktijkfinanciering.
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE PRAKTIJK: Kan een praktijk die aan het project deelneemt een vervanger inschakelen?
Ja, vervangingen zijn toegestaan, zelfs voor korte periodes.
U moet de vervanger registreren in de samenstelling van de praktijk (praktijkregistratie). Voor langdurige vervangingen moet de vervanger binnen de drie maanden na zijn komst een basisopleiding volgen over de filosofie van het project, de introductie tot BelRAI en de IT-tool.
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE PRAKTIJK: Moet ik van software veranderen?
Nee, maar de praktijk moet software gebruiken die voldoet aan de functionele vereisten die voor het pilootproject werden vooropgesteld.
Er is een voorlopige lijst beschikbaar van de leveranciers die bevestigd hebben dat ze hun pakket zullen aanpassen, onder voorbehoud van een voldoende aantal pilootpraktijken onder hun klanten.
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE PRAKTIJK: Wat zijn de gevolgen voor mijn facturatie?
De facturatie gebeurt nog steeds via de gebruikelijke software, maar met een bestand dat aangepast is aan het model van het pilootproject. De verstrekkingen worden in realtime geregistreerd (start/stop) en via een gestructureerd bestand naar de ziekenfondsen gestuurd. Het systeem blijft compatibel met de eisen van de verzekeringsinstellingen.
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE PRAKTIJK: Wat zijn de regels voor goede praktijken die van toepassing zijn in het nieuwe model?
De praktijken moeten voldoen aan de principes van patiëntgerichte zorg, continuïteit van zorg, interdisciplinaire samenwerking en regelmatige evaluatie van de zorgnoden. Interventies moeten gerechtvaardigd en gedocumenteerd zijn en in overeenstemming zijn met de aanbevelingen voor goede praktijken (EBP). Er wordt verwacht dat de zorgtijd efficiënt wordt benut.
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE PRAKTIJK: Welke gegevens worden met welke frequentie opgevraagd in het kader van de praktijkregistratie?
De gegevens in ProGezondheid moeten op maandbasis geactualiseerd worden, omdat de toegangen tot de facturatiemodule op basis van deze gegevens opgezet worden.
De gegevens in het onderzoeksportaal moeten bij de aanvang van het project volledig ingevuld worden en vervolgens elke 6 maanden geactualiseerd.
ORGANISATIE EN WERKING VAN DE PRAKTIJK: Mag er een vergoeding voor materialen aangerekend worden?
De regels blijven op dit vlak ongewijzigd, wat vandaag aangerekend mag worden, mag ook aangerekend worden in het pilootproject.
RELATIE MET DE PATIËNT: Hoe informeer ik mijn patiënt over de verandering in het zorgmodel van de praktijk?
De praktijk moet de patiënten op een duidelijke en transparante manier informeren, met name via schriftelijke of mondelinge communicatie. Het wordt aanbevolen om de doelstellingen van het pilootproject, de veranderingen in de financieringswijze en de gevolgen voor de patiënt uit te leggen. Het projectteam, dat instaat voor de voorbereiding van het pilootproject en waarin de sectororganisaties vertegenwoordigd zijn, zal hiervoor het nodige communicatiemateriaal voorbereiden en ter beschikking stellen.
RELATIE MET DE PATIËNT: Moet de patiënt een deel zelf betalen?
Nee, in het kader van het pilootproject is er geen persoonlijk aandeel toegestaan. De interventiecodes dekken de tijd die aan zorg wordt besteed. Net als in het huidige systeem blijven de kosten van specifiek materiaal voor rekening van de patiënt.
RELATIE MET DE PATIËNT: Kan de patiënt weigeren om volgens de nieuwe financieringswijze te worden behandeld?
Ja, de patiënt behoudt het recht om te weigeren om in het kader van het pilootproject te worden behandeld. In dat geval kan hij worden doorverwezen naar een andere praktijk die niet aan het project deelneemt. De praktijk moet deze keuze respecteren en de continuïteit van de zorg garanderen.
RELATIE MET DE PATIËNT: Welke verbintenissen gaat de praktijk aan ten aanzien van de patiënten?
De praktijk verbindt zich ertoe om kwaliteitsvolle, patiëntgerichte zorg te verlenen, de continuïteit en coördinatie van de zorg te verzekeren, evaluatie-instrumenten zoals BelRAI te gebruiken en de principes van transparantie en documenteren na te leven.
RELATIE MET DE PATIËNT: Kan een patiënt door twee verschillende praktijken worden behandeld?
Nee, in het kader van het pilootproject kan een patiënt niet tegelijkertijd door twee praktijken worden behandeld. Een uitzondering wordt toegelaten in gevallen waarin wanneer de zorglocatie van de patiënt wijzigt.
RELATIE MET DE PATIËNT: Kan een patiënt door twee systemen worden gefinancierd?
Nee, in principe niet.
Een patiënt wordt door een verpleegkundige in het ene (artikel 8) of het andere systeem (via uurtarief) verzorgd. Wanneer er bij een patiënt zorgen worden verstrekt, die niet via art. 8 gefinancierd worden, registreert de verpleegkundige deze zorgen volgens de principes van het pilootproject, maar wordt achterliggend de facturatie gecorrigeerd, zodat een dubbele financiering voorkomen wordt.
Bijvoorbeeld bij een patiënt waarbij er tijdens eens bezoek een toilet (huidig art. 8) en een bloedname (betaald door het laboratorium) gecombineerd wordt, wordt de duur van het ganse bezoek in het pilootproject geregistreerd. Achterliggend worden er correcties op de facturatie ingebouwd, zodat de tijd besteed aan het toilet aan het uurtarief vergoed wordt en de (geraamde) tijd die aan de bloedafname wordt besteed voor de facturatie in mindering wordt gebracht.
Verstrekkingen binnen pilootproject (pseudo-codes / uur) en buiten pilootproject (nomencl. art.8) door dezelfde verpleegkundige voor dezelfde patiënt op dezelfde dag zijn dus NIET mogelijk en zullen leiden tot een verwerping.
Achter, verstrekkingen door verschillende verpleegkundigen voor dezelfde patiënt op dezelfde dag zijn wel mogelijk, met name voor de situatie waarin de zorglocatie van de patiënt wijzigt. In dat geval mag de verpleegkundige die buiten het pilootproject werkt enkel verstrekkingen per akte registreren, geen forfaits. De forfaits uit art. 8 zijn niet cumuleerbaar met de tijdsregistraties uit het pilootproject.
Voorbeeld
Verpleegkundige NP (niet in pilootproject) verzorgt ’s morgens de patiënt, verpleegkundige P (wel in pilootproject) verzorgt ’s avonds.
Probleem
Forfaits A, B, … uit art. 8 van de nomenclatuur zijn voor dezelfde patiënt op dezelfde dag niet cumuleerbaar met de tijdsregistratie uit pilootproject. Verpleegkundige NP mag geen forfaits A, B, … aanrekenen, enkel verstrekkingen per akte, op een dag dat de patiënt ook zorg krijgt van verpleegkundige P.
Wat als verpleegkundige NP toch een forfait A, B,… heeft gefactureerd en overgemaakt aan de VI, waardoor dit aanvaard en betaald werd voorafgaand aan de facturatie en verwerking van groepering Z (pilootproject)?
- facturatie van uurtarieven (voor de betreffende patiënt voor de betreffende dag) door verpleegkundige NP wordt automatisch geweigerd
- verpleegkundigen kunnen contact met elkaar opnemen:
- verpleegkundige NP crediteert het forfait en factureert de verstrekkingen per akte
- de uurtarieven voor verpleegkundige P kunnen opnieuw worden ingediend en aanvaard
RELATIE MET DE PATIËNT: Hoe wordt er omgegaan met patiënten die niet bij een mutualiteit in België zijn aangesloten?
Deze patiënten moeten de totale kosten van de zorgfactuur betalen volgens de principes en tarieven van het nieuwe model. De factuur wordt naar de patiënt gestuurd, die deze indien nodig kan doorsturen naar een andere verzekeringsmaatschappij.
RELATIE MET DE PATIËNT: Hoe zit het met de rechten/voordelen voor de patiënt in verband met een KATZ-status?
Ook al is de financiering niet langer rechtstreeks afhankelijk van de KATZ-schaal, zal de KATZ-schaal wel nog steeds geregistreerd worden. De rechten en voordelen op basis van de Katz-schaal blijven behouden.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Welke activiteiten zijn factureerbaar?
In het pilootproject worden de factureerbare activiteiten opgenomen in een lijst met interventiecodes. Deze interventiecodes worden onderverdeeld in twee categorieën: directe en indirecte zorg. Deze codes bestrijken een breed scala aan activiteiten: verpleegtechnische zorg, coördinatie, voorlichting, zorg op afstand, administratief werk met betrekking tot de patiënt, enz. Ze geven een beter beeld van de realiteit van de verpleegkundig zorg. Het uurtarief houdt rekening met de werkelijk bestede tijd (start/stop).
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Wat verstaan we onder directe zorg?
Directe zorg is zorg waarbij de zorgverlener op het moment van de zorg in rechtstreekse interactie gaat met de patiënt. Directe zorg wordt doorgaans verleend in aanwezigheid van de patiënt, maar kan ook op afstand worden verleend.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Wat verstaat men onder indirecte zorg?
Indirecte zorg is zorg waarbij de directe interactie met de patiënt niet noodzakelijk, maar wel mogelijk is.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Is er een verschil in financiering tussen verpleegkundigen en zorgkundigen?
Nee. Het uurtarief is identiek voor beide beroepsgroepen.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Hoe werkt de tijdregistratie?
De tijd wordt geregistreerd via de software.
- Start van het bezoek
- Verzorging uitvoeren.
- Selectie van de interventiecodes.
- Einde van het bezoek
Afhankelijk van de software zal het starten of stoppen gecombineerd worden met het lezen van de identiteitskaart. Met dit systeem kan de tijd voor de zorg en de verplaatsing nauwkeurig worden berekend en onderscheiden.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Dient de identiteitskaart ingelezen worden tijdens het pilootproject?
Ja, de verplichting tot het inlezen van de identiteitskaart blijft behouden. De regels op dit vlak blijven ongewijzigd.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT : Dient er een bewijsstuk opgemaakt te worden?
Ja, de regels blijven op dit vlak ongewijzigd. De praktische modaliteiten zijn nog in ontwikkeling.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Hoe kan een onderscheid worden gemaakt tussen zorgtijd en verplaatsingstijd?
Er worden twee tarieven toegepast:
- Zorgtijd: € 59,10/uur (week), € 79,10/uur (weekend).
- Verplaatsingstijd: € 39,10/uur.
Beide worden apart geregistreerd. Het systeem berekent automatisch de duur van elk deel. De tijdregistratie begint bij aankomst bij de eerste patiënt en eindigt bij vertrek van de laatste patiënt. Het is ook mogelijk om de indirecte zorgtijd voor de patiënt buiten de rondetijd te registreren.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Welke regels zijn van toepassing in het nieuwe financieringsmodel?
Het financieringsmodel (2025) van de activiteit is gebaseerd op:
- Een uurtarief voor zorg en verplaatsingen.
- De zorgtijd, zowel directe als indirecte zorg
- Een permanentievergoeding per verzorgingsdag voor palliatieve zorg: 37,30 €/dag.
- Een vergoeding voor verplaatsingen op het platteland: 2,35 €/bezoek in landelijke gebieden.
De zorg wordt vergoed op basis van de bestede tijd en niet langer per interventie. De gegevens worden via een gestructureerd bestand, dat compatibel is met de huidige systemen, doorgegeven aan de mutualiteiten.
Het is niet toegestaan om een persoonlijk aandeel te vragen. Deze bedragen worden geïndexeerd.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Kan ik nog steeds technische verstrekkingen attesteren op basis van artikel 8?
Nee, praktijken die deelnemen aan het pilootproject kunnen artikel 8 niet meer toepassen voor patiënten die in het kader van het project worden behandeld. De zorg wordt aangerekend via de interventiecodes en het tijdregistratiesysteem.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Hoe zit het met verstrekkingen die op basis van een overeenkomst worden uitgevoerd?
Diensten die worden gefinancierd door overeenkomsten (bijv. thuisdialyse, medische centra, bloedafnames, enz.) moeten geregistreerd worden, maar worden apart gefactureerd. Ze worden niet vergoed via het uurtarief van het project. Er wordt een tijdcorrectie toegepast in het systeem om dubbele facturering te voorkomen.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Hoe moet de samenwerking met medische centra worden beheerd?
Samenwerking met medische centra blijft mogelijk, maar de overeenkomst tussen de praktijk en het medisch huis moet herbekeken worden. Patiënten die in het kader van de samenwerking worden behandeld, maken geen deel uit van het project en mogen dus niet in dit kader worden gefactureerd. De behandeling van deze patiënten moet dus altijd op basis van een overeenkomst aan het medisch huis worden gefactureerd.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Wordt zorg op afstand via videoconsultatie vergoed?
Ja, voor een beperkt aantal interventiecodes wordt zorg op afstand via videoconsultatie mogelijk gemaakt in het pilootproject. De voorwaarden gekoppeld aan de zorg op afstand moeten daarbij gerespecteerd worden.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Is er financiering voorzien voor palliatieve patiënten?
Ja, naast het uurtarief is er een permanentievergoeding van 37,30 euro per dag per palliatieve patiënt voorzien om de specifieke noden in verband met de permanentie en de coördinatie te dekken.
Deze vergoeding wordt eenmaal per dag en per praktijk uitbetaald wanneer de patiënt ten minste één bezoek heeft gehad.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Hoe verloopt de facturering van de verstrekkingen wanneer de zorglocatie van de patiënt in de loop van dezelfde dag verandert?
Zie ‘Relatie met de patiënt’
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Hoe verloopt de facturering van de verstrekkingen wanneer de zorglocatie van de patiënt op verschillende dagen verandert?
Elke dag wordt behandeld als een afzonderlijke facturatie-eenheid. Elke zorgverlener factureert volgens zijn gebruikelijke systeem.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Zit er een limiet op het aantal te factureren uren?
Het model is gebaseerd op een nauwkeurige registratie van de zorg- en verplaatsingstijd. Er zijn controles voorzien om misbruik te voorkomen. Bij overschrijding van het budget kunnen tariefaanpassingen worden overwogen.
De gemiddelde jaarlijkse grens voor gefactureerde tijd mag niet meer bedragen dan gemiddeld 6 dagen per week en 11 uur per dag.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Zullen er controles volgen?
Ja, net als in het huidige systeem. Het RIZIV en de ziekenfondsen zullen controles uitvoeren op de kwaliteit van de gegevens, de facturering en de toepassing van tools zoals BelRAI. Bij niet-naleving kunnen sancties worden opgelegd. Daarnaast zullen ook de praktijken zelf en de operationele partners via een maandelijkse rapportering de registraties opvolgen, zodat uitschieters en anomalieën tijdig gedetecteerd kunnen worden.
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Blijven de huidige cumulregels van kracht?
In het pilootproject wordt elke verstrekking, die tijdens een bezoek geleverd wordt, geregistreerd. De financiering van de zorgverstrekker is gebaseerd op de duur van de bezoek, en de verplaatsingen, interventiecodes worden geregistreerd voor onderzoeksdoeleinden. De huidige (cumul)regels (vb. combinatie compressieverbanden / steunkousen met andere nomenclatuurnummers) vervallen dus, behalve diegene die expliciet vermeld worden in de oproepdocumenten (vb. dat er geen verplaatsingstijd geregistreerd kan worden bij uitsluitend indirecte zorg).
FINANCIERING VAN DE ACTIVITEIT: Blijft de regel van kracht dat een verstrekking enkel kan aangerekend worden als er eerst een andere verstrekking heeft plaatsgevonden?
In het pilootproject wordt elke verstrekking geregistreerd, die tijdens een bezoek geleverd wordt. De financiering van de zorgverlener is gebaseerd op de duur van de bezoek, en de verplaatsingen, interventiecodes worden geregistreerd voor onderzoeksdoeleinden. De huidige (cumul)regels vervallen dus, behalve diegene die expliciet vermeld worden in de oproepdocumenten (vb. dat er geen verplaatsingstijd geregistreerd kan worden bij uitsluitend indirecte zorg).
FINANCIERING VAN DE PRAKTIJK: Blijft het huidige premiesysteem van toepassing?
De huidige premies voor telematica, opleiding en de forfaitaire tegemoetkoming diensten thuisverpleging blijven behouden. De W-waarde wordt omgerekend naar een drempelbedrag op basis van het uurtarief.
FINANCIERING VAN DE PRAKTIJK: Wat houdt de stimulerende praktijkfinanciering in?
Het gaat om een nieuwe aanvullende financiering om praktijken aan te moedigen te investeren in de kwaliteit van hun interne werking. Ze is gebaseerd op een puntensysteem dat wordt toegekend op basis van 11 kenmerken (bv. één patiëntendossier, opleiding, coördinatie, kwaliteit, enz.).
Elk punt is 58,10 € per VTE per jaar waard. Een praktijk kan tot 44 punten per VTE per jaar behalen.
FINANCIERING VAN DE PRAKTIJK: Wat zijn de criteria om in aanmerking te komen voor de stimulerende praktijkfinanciering?
De criteria worden gedetailleerd beschreven in het overzicht met de kenmerken van de praktijk.
Elk criterium kan 0, 2 of 4 punten opleveren, afhankelijk van het niveau van realisatie.
FINANCIERING VAN DE PRAKTIJK: Hoe kan men de stimulerende praktijkfinanciering aanvragen?
De aanvraag gebeurt twee keer per jaar via een apart portaal. De praktijk moet:
- Een zelfevaluatie uitvoeren op basis van de 14 criteria (11 kenmerken).
- De bewijsstukken kunnen verstrekken op aanvraag
- Een verklaring op erewoord ondertekenen
De aanvragen worden steekproefsgewijs gecontroleerd.
FINANCIERING VAN DE PRAKTIJK: Worden referentieverpleegkundigen meegeteld in het aantal VTE?
Ja, referentieverpleegkundigen kunnen worden meegeteld in het aantal voltijdsequivalenten (VTE) van een praktijk als ze daadwerkelijk in het team zijn geïntegreerd en deelnemen aan de zorg in het kader van het pilootproject. Enkel de uren dat zij effectief verstrekkingen leveren voor de deelnemende praktijk, worden meegeteld in het aantal VTE dat voor het pilootproject geregistreerd wordt.
FINANCIERING VAN DE PRAKTIJK: Op welk niveau wordt de activiteitenfinanciering uitbetaald?
Op niveau van praktijk, gelinkt aan derdebetalersnummer
FINANCIERING ALGEMEEN: Is er een opstartvergoeding?
Ja. Elke deelnemende praktijk ontvangt een opstartvergoeding van 4.969 euro per VTE om de voorbereidende inspanningen (opleiding, aanpassing van de hulpmiddelen, communicatie, enz.) te dekken. De vergoeding wordt alleen bij de start van het project uitbetaald. Wie tijdens het project tot een praktijk toetreedt, komt niet in aanmerking voor de vergoeding.
Een praktijk die binnen de eerste zes maanden uit het project stapt, moet 50% van deze opstartvergoeding terugbetalen aan het RIZIV.
FINANCIERING ALGEMEEN: Kan de verpleegkundige supplementen attesteren?
Nee, supplementen zijn niet toegestaan in het kader van het pilootproject, behalve voor specifieke kosten die niet door het model worden gedekt (bijv. specifiek materiaal).
FINANCIERING ALGEMEEN: Zijn er voorzieningen getroffen voor zorgverleners die na de start aan het project deelnemen?
Ja, nieuwe verstrekkers van een deelnemende praktijk moeten binnen drie maanden na hun toetreding een basisopleiding volgen, waarin de filosofie van het project, een inleiding tot BelRAI en het gebruik van de software aan bod komen. Er is geen compensatie (opstartvergoeding) voor deze nieuwe verstrekkers.
FINANCIERING ALGEMEEN: Is er een inkomensgarantie voor de praktijk?
Het model voorziet in een vergoeding op basis van de werkelijk gewerkte tijd, met een extra stimuleringsfinanciering. Er is ook een startpremie voorzien. Er is echter geen garantie op een vast inkomen.
FINANCIERING ALGEMEEN: Worden de honoraria geïndexeerd?
Ja, de uurtarieven worden jaarlijks geïndexeerd volgens de geldende regels. Hetzelfde geldt voor de waarde van een punt in de stimulerende praktijkfinanciering.
FINANCIERING ALGEMEEN: Is er financiering voorzien voor andere ondersteunende functies binnen de praktijk?
Nee, ondersteunende functies worden gefinancierd via de forfaitaire tegemoetkoming voor de specifieke kosten van de diensten thuisverpleging.
Contacten
Regelgeving inzake verpleegkundigen
Indien u vragen hebt over de inhoud van de overeenkomst of van de nomenclatuur kunt u onze medewerkers contacteren op het volgende mailadres : nursenom@riziv-inami.fgov.be