Chronische nierinsufficiëntie: audit en aanbevelingen voor een meer gediversifieerd aanbod van patiëntgerichte zorg
28-10-2025
De Eenheid Audit Ziekenhuizen publiceert vandaag de resultaten van een audit uitgevoerd in erkende dialysecentra, gericht op de behandeling van patiënten met eindstadium chronische nierinsufficiëntie. Het doel van deze audit was om te beoordelen of de maatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen, hebben geleid tot een voldoende divers zorgaanbod dat patiënten de mogelijkheid biedt om te kiezen op basis van hun persoonlijke behoeften. In de audit wordt gewezen op belangrijke verbeterpunten die een directe impact hebben op de kwaliteit van de zorg en op de mogelijkheid voor patiënten om een geïnformeerde keuze te maken.
Naast de bevindingen bevat de audit 30 aanbevelingen om de situatie te verbeteren. Deze audit is een samenwerking tussen het RIZIV en de FOD Volksgezondheid.
Op deze pagina:
Patiënten in staat stellen hun behandeling te kiezen
In België lijden meer dan 15.000 mensen aan chronische nierinsufficiëntie in het eindstadium. De ziekte wordt gekenmerkt door een onomkeerbare achteruitgang van de nierfunctie, met zeer ernstige gevolgen voor de levenskwaliteit door de zware noodzakelijke behandelingen (dialyse of transplantatie).
Er zijn verschillende vormen van dialyse beschikbaar om de functie van de nieren over te nemen. Elke vorm van dialyse heeft zijn voor- en nadelen: frequentie, mobiliteit, mogelijkheid om de behandeling thuis uit te voeren, risico op complicaties, enz. Het is daarom essentieel dat patiënten tijdig en grondig worden geïnformeerd over de verschillende behandelingsopties die voor hen beschikbaar zijn, zodat ze de behandeling kunnen kiezen die het beste past bij hun medische situatie en persoonlijke voorkeuren.
In een rapport dat het KCE in 2010 publiceerde, werd aanbevolen dat de voorkeur van de patiënten over dialysezorg doorslaggevend zou moeten worden als er geen medische tegenindicaties zijn.
Met dat doel werden een aantal initiatieven genomen, waarvan de herziening van de RIZIV-conventie in 2016 het belangrijkste is. Het doel was om dit soort patiëntgerichte zorg aan te moedigen, zodat patiënten op basis van grondige informatie, vrij kunnen kiezen welke vorm van dialyse het beste bij hun situatie past.
Om dit te bereiken, lag de nadruk op een verhoogde tussenkomst in de kosten van thuisdialyse voor patiënten, artsen en ziekenhuizen.
Net als de eerder geformuleerde aanbevelingen en de genomen initiatieven, maakt de audit die we vandaag publiceren deel uit van hetzelfde streven om de kwaliteit en efficiëntie van de zorg te verbeteren.
Onvoldoende gediversifieerde zorg
De audit toont aan dat herzieningen van de RIZIV-conventie patiënten hebben aangemoedigd om zich vaker in collectieve autodialysecentra te laten behandelen. Dat is goed voor het gezondheidszorgbudget en verkort soms de reistijd van de patiënt. Het aandeel patiënten dat kiest voor een vorm van thuisdialyse (peritoneale dialyse of hemodialyse) is echter niet gestegen. Een echte diversificatie van behandelingsopties is nog niet in alle centra aanwezig.
- 80 % van de centra beschikt over een multidisciplinair predialysepad, met als doel patiënten correct te informeren en voor te bereiden op mogelijke dialyse of transplantatie. Een standaardprocedure voor het beoordelen van de levenskwaliteit en de prognose, net als een zorgplan, ontbreekt echter vaak. Studies hebben nochtans aangetoond dat er een nauw verband bestaat tussen goede patiënteninformatie en het aandeel peritoneale dialyses in vergelijking met klassieke hemodialyses.
- Het aantal peritoneale dialysepatiënten is de afgelopen jaren vrijwel onveranderd gebleven en vertegenwoordigt slechts een klein deel van alle behandelde patiënten. Dit ondanks de voordelen van deze behandeling, die relatief eenvoudig thuis kan worden uitgevoerd.
Tijdens de audit ontdekten we dat 4 op de 24 erkende dialysecentra (ofwel één op zes) geen peritoneale dialyse aanbood, hoewel dit een essentiële voorwaarde is voor de wettelijke erkenning van een centrum. - Niertransplantaties zijn de beste behandeling voor chronische nierinsufficiëntie in het eindstadium en zouden in de toekomst een nog belangrijkere rol kunnen spelen. In België ligt het aantal transplantaties op basis van overleden donoren hoger dan het Europese gemiddelde. Het aantal levende donoren blijft daarentegen laag in vergelijking met andere landen zoals Duitsland en Nederland, waar de sensibilisering van levende donoren veel groter is.
Zorg gebaseerd op wetenschappelijke aanbevelingen, maar niet overal
De meeste getoetste zorgaspecten voldeden aan de internationaal toonaangevende KDIGO-richtlijnen. Er zijn echter enkele belangrijke uitzonderingen in bepaalde centra die een ander licht op deze bevinding werpen: sommige centra hadden niet de mogelijkheid om arterioveneuze fistels te maken, peritoneale dialyse of een vorm van hemodialyse thuis aan te bieden, er was geen diëtist beschikbaar of geen register van complicaties, noch een verbetercyclus.
Op een aantal vlakken is er nog veel ruimte voor verbetering: slechts 8 % van de centra gebruikte systematisch een gevalideerde schaal om de comorbiditeit, de levenskwaliteit en het functioneren bij patiënten ouder dan 70 jaar te beoordelen, 18 % gebruikte een hulpmiddel om de prognose in te schatten en 50 % had een zorgplan voor elke patiënt als resultaat van een gesprek over de volgende stappen die de patiënt al dan niet wil nemen (Advance Care Planning).
Te weinig interactie met het zorgtraject opgestart door huisartsen
Een aanzienlijk deel van de dialysecentra had geen afspraken met de huisartsen over de opvolging van patiënten gemaakt. Dit resultaat is verrassend, aangezien het zorgtraject voor chronisch nierfalen al vele jaren bestaat en het aantal patiënten dat zich bij hun huisarts registreert gestaag toeneemt.
3 dringende problemen gesignaleerd door verantwoordelijken dialysecentra
- Tekort aan verplegend personeel (75 % van de centra).
- De negatieve impact van vervoer op de levenskwaliteit van dialysepatiënten, wat voor grote problemen zorgt op het vlak van kwaliteit, wachttijden en vaak ook op de kosten.
- De moeilijkheid om meer thuisdialyses uit te voeren: ondersteuning en implementatie in de thuissituatie zijn arbeidsintensief en financieel nadelig voor verschillende partijen, waaronder de patiënt.
Een dertigtal aanbevelingen
Naast de bevindingen doet de audit ook aanbevelingen om de kwaliteit, doelmatigheid en efficiëntie van de zorg te verbeteren. Enkele voorbeelden van prioriteiten:
- In alle dialysecentra verplicht een multidisciplinair predialysepad organiseren met minstens een specifiek opgeleide verpleegkundige, een nefroloog, een diëtist en een patiëntenbegeleider.
- Elk erkend dialysecentrum moet minimaal hemodialyse en peritoneale dialyse kunnen aanbieden.
- Op nationaal niveau een internationale richtlijn goedkeuren onder andere over de organisatie van een predialysepad, dat nodig is om het gezondheidszorgbeleid te sturen.
- De uitwisseling en coördinatie tussen de centra en eerstelijnsartsen verbeteren door een specifiek predialysepad aan het zorgtraject chronische nierinsufficiëntie toe te voegen.
- De overheden moeten zich meer inzetten om levende donoren te werven, de selectie te vereenvoudigen en juridische obstakels weg te werken.
Het volledige rapport is beschikbaar op de website van het RIZIV
Contact voor de pers
- Communicatiedienst RIZIV: communication@riziv-inami.fgov.be, +32(0)2 739 78 67
- Vinciane Charlier, Communicatiedienst van de FOD Volksgezondheid : vinciane.charlier@health.fgov.be, 02/524.99.21 - 0475/93.92.71
Transparante audits om de efficiëntie van ziekenhuiszorg te verbeteren
Dankzij de Eenheid Audit Ziekenhuizen heeft het RIZIV zijn krachten gebundeld met de FOD Volksgezondheid en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) om thematische audits in ziekenhuizen efficiënter, eenvoudiger en transparanter uit te voeren. Het doel is tweeledig:
- Toegevoegde waarde creëren voor patiënten, ziekenhuizen en overheden door de kwaliteit, performantie, conformiteit en efficiëntie van de zorg te verbeteren.
- Het gebruik van de beschikbare middelen voor gezondheidszorg optimaliseren.