30  Discussie

De opvolging van patiënten na het plaatsen van totale heupprothesen is momenteel niet gestandaardiseerd. Dit weerspiegelt zich in de variatie van de opvolgschema’s aangegeven door de ziekenhuizen bij de online bevraging.

Enkel bij gebruik van een heupprothese met een MoM wrijvingskoppel zijn duidelijke richtlijnen geformuleerd met de toevoeging van routinematige dosering van ionen (Co) aan de uit te voeren onderzoeken (momenteel beperkt gebruik, bij resurfacing). Uit de analyse van de online bevraging kunnen we afleiden dat deze opvolging bij patiënten bij wie een MoM prothese geplaatst is, niet steeds volgens de beschikbare richtlijnen van het FAGG gebeurt. Minder dan de helft van de ziekenhuizen geeft aan in de meeste gevallen een metaalionenbepaling uit te voeren, tijdens de jaarlijkse of tweejaarlijkse opvolging bij totale heupprothesen met MoM wrijvingsoppervlak, zowel voor artrose als voor fractuur.

De analyse van de verpleegkundige zorg toont dat de kosten voor verpleegkundige zorgen onmiddellijk postoperatief doorgaans hoger ligt dan de preoperatieve kosten (beiden weergegeven door een plateaufase met andere woorden een min of meer stabiele kost). Dit suggereert dat de hulpbehoevendheid en de zelfredzaamheid van de patiënt slechts langzaam herstelt naar het niveau van voor de heupvervangende ingreep (na ongeveer een half jaar). Dit is het meest uitgesproken bij heupprothesen na fractuur, bij revisies en bij multipele ingrepen.

We zien grote verschillen in de hulpbehoevendheid en/of zelfredzaamheid van de patiënt tussen de verschillende clusters aan de hand van de verpleegkundige kost voor de heupvervangende ingreep. Patiënten die een totale heupprothesen krijgen omwille van artrose, patiënten bij wie beide heupen tijdens één ingreep vervangen worden of patiënten bij wie gekozen wordt om resurfacing uit te voeren zijn zelfredzamer voor de ingreep. Daarentegen kan je aan de hogere nood aan verpleegkundige zorg voor de ingreep bij de patiënten met een fractuur of multipele ingrepen tijdens het verblijf, zien dat er vermoedelijk sprake is van meer comorbiditeiten. Verschillen in de kost voor verpleegkundige zorgen binnen de cluster totale heupprothesen voor artrose zouden te maken kunnen hebben met de ernstgraad vanaf wanneer men beslist over te gaan tot het plaatsen van een heupprothesen bij mensen die al geruime tijd klachten hebben.

In verband met de arbeidsongeschiktheid kan de continuïteit van de zorg ook hier eenvoudig kwalitatief verbeteren door de huisarts goed te informeren over de te verwachten revalidatie en daaraan gelieerde arbeidsongeschiktheid.