35  Resultaten

We bekeken tien dossiers per geaudit ziekenhuis:

35.1 Ontslagverslag (aanwezig in 293/300 dossiers)

In het ontslagverslag Figuur 35.1 staan de aard van de ingreep, de richtlijnen ivm beweging en/of kinesitherapie (vaak beperkt tot de mobiliteit van de patiënt bij ontslag) en de verantwoordelijke arts vaak vermeld. In 20 % van de brieven vinden we geen informatie terug over de pijnmedicatie na ontslag, in 42 % staat niet vermeld of het over een primaire ingreep of een revisie gaat en in meer dan de helft van de brieven staat geen informatie over beeldvorming postoperatief. In 61 % van de verslagen staat niet of de patiënt na het ontslag weer naar huis gaat of dat hij doorverwezen wordt naar een revalidatiecentrum e.a.

Figuur 35.1: Contents of the discharge report.

35.2 Operatief protocol (aanwezig in 285/300 dossiers)

In het operatieve protocol Figuur 35.2 werden lateraliteit, type prothese en toegangsroute gevonden in respectievelijk 92 %, 91,7 % en 90 % van de operatieve protocollen.

Het item dat het meest ontbrak (in 112 van de operatieverslagen afwezig, 37 %) was het al dan niet gecementeerd zijn van de prothese.

In één operatieverslag vonden we de naam van de implanterend chirurg niet terug.

Figuur 35.2: Contents of the operating protocol.

35.3 Anesthesieprotocol (aanwezig in 292/300 dossiers)

In het anesthesieverslag Figuur 35.3 stond het type anesthesie genoteerd in 262 van de 292 aanwezige verslagen.We vonden in 256 patiëntendossiers de surgical safety checklist Figuur 35.4 welke in 211 dossiers volledig ingevuld en ondertekend was Figuur 35.5 .

Figuur 35.3: Type of anesthesia.
Figuur 35.4: Surgical safety checklist.
Figuur 35.5: 3 parts of checklist fullfilled.

35.4 Medisch dossier

In 276/300 dossiers (89 %) vonden we implantaatspecifieke gegevens terug. Deze gegevens vonden we vaak via de registratiegegevens van de apotheek. In 1 medisch dossier was de indicatie voor de heupvervangende ingreep niet terug te vinden Figuur 35.6.

Figuur 35.6: Indication of surgery and implant tracability.

35.5 Codering ICD-10-BE

We bestudeerden in elk verblijf de correctheid van de geverifieerde opnamediagnose en de chirurgische procedurecode voor de heupvervangende ingreep Figuur 35.7.

Figuur 35.7: Registration.

Voor 295 van de 300 medische dossiers was de ICD-10-CM code voor de geverifieerde opnamediagnose correct geregistreerd.

Voor 243 dossiers was de ICD-10-PCS-procedurecode correct geregistreerd. We stellen vast dat vaak de waarde ‘Synthetic substitute’ toegekend wordt als het coderingsteam geen informatie heeft om het wrijvingskoppel te kiezen.

In elk ziekenhuis gingen we bij twee verblijven in het patiëntendossier na of de door het ziekenhuis geregistreerde diagnosen teruggevonden werden in het patiëntendossier. Op deze manier onderzochten we 60 dossiers. In 10 van de zestig dossiers was minstens één geregistreerde nevendiagnose niet terug te vinden in het dossier tijdens het bezoek ter plaatse.