Gerelateerde pagina's
Statistieken over de uitkeringen verbonden aan de moederschapsbescherming van zelfstandigen in 2021
Deze statistieken hebben betrekking op de uitkeringen in het kader van de moederschapsbescherming van vrouwelijke zelfstandigen, bij een periode van moederschapsrust, een adoptieverlof of een pleegouderverlof.
Op deze pagina:
Aantal vrouwelijke zelfstandigen die een uitkering ontvangen in het kader van een moederschapsrust, een adoptieverlof of een pleegouderverlof
In het kader van moederschapsrust
In 2021 nam het aantal gevallen van moederschapsrust toe in vergelijking met het voorgaande jaar (+12,18%). In 2020 was er daling waar te nemen.
Van het totaal aantal gevallen van moederschapsrust bevindt het grootste aantal zich in de leeftijdscategorieën tussen 30 en 34 jaar (46,59%) en tussen 25 en 29 jaar (25,27%).
In het kader van adoptieverlof
Het aantal uitgekeerde gevallen beperkt zich jaarlijks tot enkele tientallen adopties.
In het kader van een pleegouderverlofn het kader van een pleegouderverlof
Het pleegouderverlof is geïntroduceerd geweest op 1 januari 2019 en is van toepassing voor werknemers die een minderjarig kind onthalen in het kader van langdurige pleegzorg.
In geval van pleegouderverlof hebben de ouders recht op een verlof van 6 weken.
Dit verlof kan verlengd worden met 1 week. Als er twee pleegouders zijn, wordt deze bijkomende week onderling tussen hen verdeeld. Deze week kan maar aan één van de twee ouders toegewezen worden.
Deze termijnen worden verdubbeld als het om een gehandicapt kind gaat.
In 2021 hebben er 17 gerechtigden gebruik gemaakt van dit verlof.
Uitgekeerde bedragen in het kader van een moederschapsrust of een adoptieverlof, en globale gemiddelde uitkering
In het kader van moederschapsrust
Het bedrag dat tussen 2018 en 2019 uitgekeerd werd aan vrouwelijke zelfstandigen was opgelopen van 33.841.358 EUR naar 38.588.906 EUR, wat een toename van 14,03% voorstelt op één jaar. Deze stijging was waarschijnlijk het gevolg van de toename van het aantal gevallen van moederschapsrust.
Daarna was dit bedrag tussen 2019 en 2020 echter afgenomen van 38.588.906 EUR naar 36.614.805 EUR, wat een afname van 5,12% voorstelt op één jaar.
Tenslotte, tussen 2020 en 2021, is dit bedrag opgelopen van 36.614.805 EUR naar 41.436.757 EUR, wat een toename van 13,17% voorstelt op één jaar. Deze stijging is waarschijnlijk het gevolg van de toename van het aantal gevallen van moederschapsrust.
De bedragen die toegekend worden aan gerechtigden die als invalide erkend waren voor de aanvang van hun periode van moederschapsrust worden apart geboekt, en bedragen 380.037 EUR in 2021. Dit bedrag is sterk gestegen ten opzichte van 2020 (+25,69%).
In het kader van een adoptieverlof
De uitgekeerde bedragen in het kader van een adoptieverlof vertonen een sterk wisselend verloop van jaar tot jaar, al is er wel een stijgende tendens waar te nemen sinds 2018. Het aantal uitgekeerde gevallen beperkt zich jaarlijks tot enkele tientallen adopties, waardoor een stijging of een daling van enkele gevallen reeds een sterke invloed kan hebben op de vastgestelde verschillen van boekjaar op boekjaar.
In het kader van een pleegouderverlof
Het totale bedrag dat uitgekeerd werd in het kader van het pleegouderverlof bedraagt 53.352 EUR in 2021.
Contacten
Dienst uitkeringen - Directie financiën en statistieken
Tel: +32(0)2 739 76 83
E-mail: finstat@riziv-inami.fgov.be