Gerelateerde pagina's
Statistieken over de invaliditeit van zelfstandigen in 2020
Deze statistieken gaan over de zelfstandigen die zich sinds meer dan 1 jaar in arbeidsongeschiktheid bevinden (“periode van invaliditeit”) en die als invalide erkend zijn door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit.
Een zelfstandige die minder dan 1 jaar arbeidsongeschikt is, bevindt zich in de periode van “primaire arbeidsongeschiktheid”. De cijfers op deze pagina hebben geen betrekking op deze gerechtigden.
Op deze pagina:
Aantal zelfstandigen in invaliditeit
Tussen 2016 en 2020 is het aantal invaliden gestegen met 18,15%, wat voornamelijk te wijten is aan de stijging bij het aantal vrouwen: zo is er bij de vrouwen een toename met 24,65%, ten opzichte van 14,04% bij de mannen.
Deze evolutie kan verklaard worden aan de hand van de volgende factoren:
- Het optrekken van de pensioensleeftijd voor vrouwen
De pensioensleeftijd voor vrouwen werd progressief gelijkgeschakeld met deze voor mannen, tot een gelijkheid in 2009. Deze maatregel impliceert dat vrouwen voor een langere periode invalide kunnen blijven of tot op latere leeftijd in invaliditeit kunnen treden. - De stijgende participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt
De afgelopen jaren kon een sterke toename van de participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt worden vastgesteld, en dit ook in de oudere leeftijdscategorieën. De maatschappij evolueert meer en meer richting gezinnen met tweeverdieners waarbij zowel de man als de vrouw deelneemt aan het beroepsleven. Het aantal gerechtigden onderworpen aan de uitkeringsverzekering (en dus vatbaar om in arbeidsongeschiktheid te treden) neemt toe. - De vergrijzing van de bevolking
De vergrijzing van de Belgische bevolking is een feit. Bij het analyseren van de evolutie van deze bevolking per leeftijdsgroep zien we dat het aantal gerechtigden met een leeftijd tussen 50 en 59 jaar toeneemt, terwijl in de jongere leeftijdscategorieën het aantal gerechtigden eerder afneemt. Gezien de arbeidsongeschiktheid een fenomeen is dat stijgt met de leeftijd, veroorzaakt een toename van het aantal oudere gerechtigden een toename van het aantal gevallen van primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit. - Nieuwe ziektebeelden
We zien belangrijke verschuivingen bij de ziektebeelden die aanleiding geven tot een periode van invaliditeit.
Voornamelijk dankzij de vooruitgang van de geneeskunde kunnen we bepaalde ziektes correct behandelen. Dit is onder meer het geval bij de ziektes van het hart en vaatstelsel (groep 9). Het aantal invaliden dat lijdt aan psychische stoornissen en gedragsstoornissen (groep 5) en aan ziektes van bot-spierstelsel en bindweefsel(groep 13) neemt daarentegen aanzienlijk toe.
Een nieuwe codificatie voor de ziektegroepen is in gebruik genomen vanaf de gegevens van het dienstjaar 2017. Deze nieuwe codificatie is nauwkeuriger en omvat meer groepen dan de codificatie die voorheen werd gebruikt. Elke vergelijking van het aantal invaliden erkend in 2017 opgedeeld per ziektegroep met de cijfers van voorgaande jaren is als gevolg hiervan moeilijker geworden. Daarom is tabel 3 opgesplitst geweest in twee delen (3a en 3b) om een nieuwe reeks te beginnen vanaf de gegevens van het dienstjaar 2017.
Aanvullende studies over arbeidsongeschiktheid kunnen leiden tot een beter begrip van de factoren die aan de basis van de arbeidsongeschiktheid liggen. Het kenniscentrum arbeidsongeschiktheid heeft als doel:
- het verbeteren van de kennis rond arbeidsongeschiktheid
- het ontwikkelen van ondersteuningsinstrumenten voor de overheid
- het opbouwen van een grotere expertise aangaande de verschillende domeinen van arbeidsongeschiktheid in samenwerking met de dienst uitkeringen.
Op basis van dit verbeterde begrip zal de ondersteunende rol van de overheid in de toekomst versterkt kunnen worden.
Aantal zelfstandigen in invaliditeit - Evolutie 2016-2020
Aantal dagen in invaliditeit, uitgekeerde bedragen en gemiddelde dagelijkse uitkering
Het aantal vergoede dagen in invaliditeit neemt de laatste jaren constant toe. Deze tendens kunnen we voornamelijk verklaren door de stijging van het aantal invaliden.
Tussen 2016 en 2020 lag de jaarlijkse toename van de uitgekeerde bedragen systematisch hoger dan de toename van het aantal vergoede dagen. Dit fenomeen verklaren we door verschillende factoren:
- De opeenvolgende verhogingen van de gemiddelde dagelijkse uitkering
n het regime van de zelfstandigen worden de gerechtigden niet vergoed op basis van het inkomen dat ze voor de aanvang van hun periode van ongeschiktheid ontvingen, maar op basis van forfaitaire dagelijkse bedragen.n het regime van de zelfstandigen worden de gerechtigden niet vergoed op basis van het inkomen dat ze voor de aanvang van hun periode van ongeschiktheid ontvingen, maar op basis van forfaitaire dagelijkse bedragen.
In de periode van invaliditeit zijn deze forfaitaire bedragen afhankelijk van:
- De gezinslast van de gerechtigde (met gezinslast, alleenstaande of samenwonende).
- Het feit of de gerechtigde al dan niet zijn professionele activiteit heeft stopgezet (de in invaliditeit erkende gerechtigde dient in principe zijn werkzaamheid stopgezet te hebben, maar zijn activiteit kan voortgezet worden en tijdelijk worden uitgeoefend door de meehelpende echtgenoot, een werknemer, enz.).
De verschillende forfaitaire bedragen zijn gelinkt aan de evolutie van de gezondheidsindex, maar kunnen daarnaast ook door bepaalde overheidsmaatregelen worden geherwaardeerd.
In 2020 bedraagt de globale gemiddelde dagelijkse uitkering 46,41 EUR, hetzij een stijging van 1,71% ten opzichte van 2019. Deze stijging is voornamelijk te danken aan de indexering van 2% van de uitkeringen die plaatsvond op 1 maart 2020. Verder hebben de herwaarderingen van verschillende forfaitaire bedragen op 1 maart 2019 en 1 juli 2019 ook nog een effect in 2020. In 2020 zelf is er geen enkele maatregel in werking getreden die impact zou kunnen hebben op de forfaitaire uitkeringen.
- De dagelijkse forfaitaire bedragen kunnen in bepaalde gevallen verminderd worden, hetzij ten gevolge van een cumul met een andere bron van inkomsten (bijvoorbeeld de rentes van gemeen recht) hetzij door een hervatting van de activiteit met toestemming van de adviserend geneesheer. De verminderende bedragen kunnen variëren van jaar tot jaar.
- De verhouding van gerechtigden met gezinslast, alleenstaanden of samenwonenden kan eveneens variëren van jaar tot jaar, wat een invloed kan hebben op de globale gemiddelde uitkering.
Contacten
Dienst uitkeringen - Directie financiën en statistieken
Tel: +32(0)2 739 76 83
E-mail: finstat@riziv-inami.fgov.be