print

Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen - Veel gestelde vragen - FAQ

Veel gestelde vragen over recht op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, de betaling ervan, de toegelaten arbeid en het medisch onderzoek.

Op deze pagina:

Algemeen
 

1. U bent werkloos. Heeft u recht op een ziekte-uitkering?

Ook als werkloze kan u een ziekte-uitkering krijgen. U valt onder dezelfde regeling als de werknemers. De dagen van gecontroleerde werkloosheid worden gelijkgesteld aan arbeidsdagen. U moet uiteraard ook aan dezelfde voorwaarden voldoen als een werknemer.

Meer informatie over de voorwaarden en de uitkeringen vindt u op de volgende pagina’s:

2. Wat verandert er als u intreedt in het tijdvak van invaliditeit?

Wanneer u intreedt in het tijdvak van invaliditeit, veranderen er drie zaken

  1. De medische instantie die bevoegd is voor uw erkenning;
    • Primaire arbeidsongeschiktheid: de adviserend arts van uw ziekenfonds.
    • Invaliditeit: de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit (orgaan bij de Dienst voor Uitkeringen van het RIZIV).
  2. Het bedrag van uw uitkering;
  3.  De lengte van de periode van herval.
    • Primaire arbeidsongeschiktheid: minder dan 14 dagen.
    • Invaliditeit: minder dan 3 maanden.

Meer informatie vindt u op de volgende pagina’s:

3. U kan uw oorspronkelijk beroep niet meer hervatten. Toch wordt u niet arbeidsongeschikt erkend. Hoe komt dit?

Zie rubriek Betaling - FAQ-vraag B.5 “Waarom krijgt u geen uitkeringen meer?”

4. Wat gebeurt er met uw uitkering als u gaat samenwonen?

Als u gaat samenwonen dan kan de gezinssituatie die als basis dient voor de berekening van uw uitkering wijzigen. Het is dus mogelijk dat uw uitkering zal stijgen of dalen. Uw gezinssituatie zal wijzigen afhankelijk van:

  • de persoon waarmee u samenwoont (wel of niet ten laste);
  • het inkomen van de persoon waarmee u samenwoont.

Meer informatie over de verschillende gezinssituaties vindt u op de volgende pagina’s:

5. Wanneer bent u een gerechtigde met gezinslast?

U bent een gerechtigde met gezinslast als:

  • u samenwoont met een persoon die ten laste beschouwd kan worden,
  • de samenwonende persoon een lager inkomen heeft dan een bepaald bedrag

U vindt de verschillende categorieën van personen ten laste en de exacte bedragen op de pagina gezinssituaties.

6. Waar kan u een attest van uw arbeidsongeschiktheid aanvragen?

U kunt een attest van uw arbeidsongeschiktheid aanvragen bij de Dienst voor Uitkeringen van uw ziekenfonds.

Betaling
 

1. Wie betaalt uw uitkering?

Uw ziekenfonds betaalt uw uitkering.

2. Hoeveel bedraagt mijn uitkering?

Het bedrag van uw uitkering is afhankelijk van verschillende factoren.

  • Werknemers en werklozen:
    • loon;
    • tijdvak van arbeidsongeschiktheid;
    • gezinssituatie.
  • Zelfstandigen:
    • tijdvak van arbeidsongeschiktheid;
    • gezinssituatie;
    • met of zonder stopzetting van uw bedrijf.

U vindt de regels voor de berekening op de volgende pagina’s:

Contacteer de Dienst voor Uitkeringen van uw ziekenfonds. Zij kunnen uw uitkering berekenen.

3. Wanneer wordt uw uitkering betaald?

Tijdens de primaire arbeidsongeschiktheid:

  • Eerste betaling: ten laatste dertig dagen na de aangifte.
  • Daarna op het einde van de maand. De betaling gebeurt ten laatste vijf dagen na het aflopen van de maand.

Tijdens de invaliditeit:

  • Ten vroegste op de derde laatste werkdag van de maand.
  • Ten laatste vijf dagen na het aflopen van de maand.

Contacteer de Dienst voor Uitkeringen van uw ziekenfonds voor meer informatie.

4. Uw arbeidsovereenkomst loopt af terwijl u al arbeidsongeschikt bent. Heeft dit een invloed op uw uitkering?

Neen. Uw uitkering wordt berekend op basis van het loon bij het begin van uw arbeidsongeschiktheid.

Let wel: voor de periode dat u een ontslagvergoeding krijgt, ontvangt u geen uitkering. Als u drie maanden loon krijgt als ontslagvergoeding, wordt uw uitkering drie maanden niet uitbetaald. Daarna ontvangt u opnieuw uw uitkering.

5. Waarom krijgt u geen uitkering meer?

 Er zijn een aantal mogelijke redenen waarom u geen uitkering meer krijgt.

1. U voldoet niet aan de administratieve voorwaarden

Om recht te hebben op een uitkering moet u voldoen aan drie administratieve voorwaarden.

2. U voldoet niet (meer) aan de medische voorwaarden

Om erkend te worden, moet u ten minste 66% van uw verdienvermogen verliezen. Als uw gezondheidstoestand verbetert, kan de bevoegde medische instantie beslissen dat u niet langer aan dit criterium voldoet.

Tijdens een eerste periode van zes maanden wordt uw verdienvermogen berekend op basis van uw laatste beroep. Daarna houdt men ook rekening met alle beroepen die u ooit heeft uitgeoefend of nog zou kunnen uitoefenen volgens uw beroepsopleiding. Als uw verdienvermogen hierdoor stijgt tot meer dan 33%, wordt uw erkenning stopgezet.

3. U oefende een niet-toegelaten activiteit uit

Als u een niet-toegelaten activiteit uitoefent, wordt uw uitkering stopgezet. Raadpleeg de adviserend arts van uw ziekenfonds voor meer informatie.

Meer informatie vindt u op de pagina Toegelaten activiteiten.

Toegelaten activiteiten – werkhervatting
 

1. Wat moet u doen als u nog een activiteit wil uitvoeren?

Als u een activiteit wilt uitoefenen, moet u de toestemming vragen van uw adviserend arts van uw ziekenfonds. Hij beoordeelt of u de activiteit kan uitoefenen.

Meer informatie vindt u op de pagina Toegelaten activiteiten.

2. Wat moet u doen als u een toegelaten activiteit volledig stopzet?

Contacteer de Dienst voor Uitkeringen van uw ziekenfonds. Als u een verminderde uitkering ontvangt omdat u een activiteit uitoefende, zullen zij het nodige doen zodat u opnieuw uw volledige uitkering krijgt.

Contacten

Reglementering en geschillen - uitkeringen

Tel: +32(0)2 739 76 19

E-mail: reglemsidu@riziv-inami.fgov.be